Als je je in een ziekenhuis meldt bij de spoedeisende hulp is het vaak duidelijk waarom je dat doet: het is aan je te zien! Wanneer dat laatste niet het geval is, moet je soms je best doen die spoedeisende hulp te krijgen, ook omdat de zorgverleners niet zeker weten of je hulpvr... lees meer
In de Pers
Recent
Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd
Groen
Forse man van een jaar of dertig steekt de straat over. Hij heeft zomerse kleuterkleding aan, telefoneert intens en kijkt daarom niet op of om. Ik nader hem fietsend en manoeuvreer mijn fiets om hem heen. Gaat maar net, want er wil ook een vrachtwagen voorbij. Als ik de telefonerende man ben gepasseerd, roept hij me na: `Bellen, lul!’ Ik heb hier best iets over te zeggen, maar de man in zomerse kleuterkleding lijkt me niet iemand met wie productief van gedachten te wisselen valt, dus ik rijd door. Ik ben bovendien een vriendelijke fietser. Zoiets mag je niet van jezelf zeggen, maar toch doe ik het. Over vriendelijke fietsers ging het gisteren in een radioprogramma. Ik hoorde er maar een staartje van: een vrouw met een kordate stem zegt dat veel fietsers zich onbeholpen gedragen, bijvoorbeeld veel te hard rijden op fietspaden en medefietsers van de weg af drukken. Ik knik instemmend. En ondertussen zijn die hardrijders ook nerveus met hun fietsbel in de weer. Ik noteerde het hier al eerder: vaak zijn het min of meer kale mannen met rugzakjes om en doppen in hun oor, woedend kijken ze voor zich uit. De vrouw op de radio zegt dat je groene ventieldopjes moet kopen wanneer je je wilt manifesteren als vriendelijke fietser. De kniesoor in mij wordt dan onmiddellijk wakker: je kunt toch ook zónder groen ventieldopje laten merken dat je vriendelijk bent. En wat te doen als ik een fietser met groene ventieldopjes zich onvriendelijk zie gedragen? Draai om de oren geven? Kwaad naar de groene ventieldopjes wijzen?
Columns
-
-
Van vogels weet ik helaas niets, behalve dat ik ze graag hoor en er graag naar kijk. Mooie momenten op de zondagmorgen vind ik rond een uur of acht aan de keukentafel zitten en naar het radioprogramma Vroege Vogels luisteren. Vooral wanneer er overgeschakeld is naar de vrije nat... lees meer
-
Als je iets wezenlijks meemaakt, denk je altijd aan de eerste keer dat je hetzelfde beleefde. De eerste verliefdheid is altijd opnieuw voelbaar in alle latere. Het eerste grote verdriet. De eerste keer dat je aan alles merkte dat je succes had. De eerste rouw.
Vandaag hoef... lees meer -
Het is half acht in de ochtend en ik zet de vuilniszak buiten, nog niet gekleed voor een gangbaar sociaal leven. Een paar meter verder staat een vrouw, middelbare leeftijd, kranig kapsel, donkerbruine winterjas. Ze kijkt naar haar hond die zich aan het ontlasten is, even bruin a... lees meer
-
“Maar ik bedoel het goed!” Als iemand dat tegen je zegt, en dat gebeurt nogal eens, heb je van die goede bedoelingen meestal niets gemerkt. Ja, je wordt er nu op gewezen, maar dan is het te laat. De bedoeling van goede bedoelingen is dat je er baat bij voelt. Misschien ga ik te... lees meer
-
Altijd denk ik vandaag nog: Dag van de Arbeid. Lang geleden dat ik er iets aan heb gedaan. Ja, halverwege de jaren zeventig, toen ik nog in Nijmegen woonde. In een somber gebouw dat Het Kolpinghuis heette, nog steeds trouwens, toen vooral een danscentrum voor alleenstaanden, was... lees meer
-
Zelf krijg ik nooit meer een tik op de vingers. Ben daarom vergeten hoe het voelt. Toen ik me in mijn kinderjaren oriënteerde op de wereld, kwam er weleens een, maar dat is inmiddels al een tijdje terug. Ik léés er wel over. Dat bijvoorbeeld de Belastingdienst een tik op de ving... lees meer
-
Er zijn bewegingen waarover je niet te lang moet nadenken, want dan stagneert er iets. Bijvoorbeeld als we iemand begroeten of afscheid nemen. Je gaat een hand geven, maar hoe regisseer je de hand en dus ook min of meer de arm. Breng je je hand naar die van de ander toe of laat... lees meer
-
Iedereen zal het weleens hebben, dat je denkt: waar ben ik in ‘s hemelsnaam mee bezig? Het is niet altijd zo dat die vraag wijst op een probleem, maar kan nuttig zijn er een antwoord op te hebben. Dan stel je je bijvoorbeeld voor dat je het moet uitleggen aan iemand die van ni... lees meer
-
“Wat kunnen ze tegenwoordig toch veel, jongen.” Mijn moeder zei het vaak, de laatste jaren van haar leven steeds vaker. Ze zei het altijd met trotse blijdschap. Ze maakte immers deel uit van een tijd met veel vooruitgang en steeds meer mogelijkheden. Soms was ze ook licht verb... lees meer
-
Hoewel ik zelf niet zo snel meer in een gat in de markt zal duiken, let ik altijd goed op of ik er een zie. En zaterdag was dat zo.
-
In de wachtkamer van de tandartsengroep (beetje dreigend woord) wacht ik niet op de tandarts, maar op de mondhygiëniste. Het duurt daar nooit lang, maar toch blader ik gretig door de oude tijdschriften. Op een ervan, ik geloof de Linda, staat op de voorkant dat Roxeanne Hazes... lees meer
-
Nooit te snel denken: wat raar. Niet oordelen over iets wat je niet begrijpt, want hoe kún je daarover oordelen, dat kan toch alleen over wat je wél begrijpt.
Gisteren dacht ik weer sterk aan mijn opvoeding. Mijn ouders zeiden dat soort dingen vaak tegen me. Lange tijd w... lees meer -
Gesprekstechniek waarvan ik niet houd, is het zinnetje: “Zeg, hierover gaan het nu toch niet hebben?” Vraag is gelukkig niet prominent aanwezig in mijn leven, maar ik ben niet optimistisch als ik aan vandaag denk: verven van de eieren. Dat is de kwestie.
-
In mijn directe omgeving leest niemand Libelle. Ik geloof niet uit principe, maar men komt er niet toe. Daarom kan ik het ook niet hebben over de 85steverjaardag van het tijdschrift dat het nog steeds goed doet, beter dan Margriet. Ik las vorige week een interview met de hoofdre... lees meer