Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Knik

Veel uit mijn leven herinner ik me nadat ik éérst de muziek hoorde die die herinneringen oproept. Soms hoef ik alleen maar over die muziek te lezen en ben ik meteen twaalf of twintig of zie ik mezelf nogal stamelend dansen op mijn dertigste verjaardag. Vaak weet ik ook wat ik dacht of voelde toen ik in aanraking kwam met muziek die ik meenam naar de toekomst. Die toekomst is nog volop aan de gang en veel van de muziek waarover ik het nu heb, is nog steeds in mijn buurt. Deze dagen gingen twee musici dood naar wie ik graag luisterde, nog. Eergisteren de toetsenist van The Doors die 74 werd, Ray Manzarek, en een paar dagen eerder Ronald Splinter, gitarist van de Nederlandse band The Outsiders, die maar 64 mocht worden. Ronald klinkt ineens zo plechtig. Ronnie. Van hun bands kwam in 1967 de eerste langspeelplaat uit. En die had ik. Aan het einde van dat jaar werd ik vijftien. De muziek van The Outsiders was vooral hard en ruig, met fascinerende poëtische uitstapjes. Ik zat op het gymnasium en snapte dat dit een nuttige opleiding was, maar had die muziek er wel bij nódig. En die plaat van The Doors draaide ik op mijn nieuwe kamer. We waren net verhuisd, naar de rand van Nijmegen, met uitzicht over de polder. Het begon herfst te worden, maar de zomer was nog niet echt voorbij. Ik wist zeker dat er eindelijk een geheel ándere tijd in mijn leven was aangebroken. Ik luisterde naar de melodieuze, geheimzinnige, soms donkere rockmuziek van The Doors. Ik sta voor het raam. En knik. Naar die nieuwe tijd dus. Gretig.

Columns

  • Je weet niet altijd waarvan je ineens wakker wordt. Ontregelende droom, besef dat je iets had moeten doen wat je niet gedaan hebt. Ik had het gisternacht, keek op de wekker, uur of twee, en werd gealarmeerd. Wat kon er aan de hand zijn? O ja, ik was in een vreemd niemandsland in... lees meer

  • Vreemd, maar om me heen hebben meer mensen last van corona dan tijdens de officiële epidemie. Simpele verklaring: iedereen is wat roekelozer, maar zover ik het kan overzien zijn de mensen die ik ken en ziek zijn geworden, allemaal voorzichtig, in ieder geval even voorzichtig als... lees meer

  • Over het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen lees je nooit iets waarvan je denkt: hè fijn. Altijd luidt er de noodklok. Na de beëindiging van zijn politieke carrière heeft Alexander Pechtold het daar voor het zeggen en hij kan er allemaal ook niets aan doen, maar als hij de... lees meer

  • Stom dat ik er niet aan gedacht had, maar Koningsdag gaat natuurlijk door dit jaar. Woorden die erbij horen: eindelijk weer. Ander woord: uitlaatklep.
    De foto gisteren op pagina 3 van deze krant kwam hard aan. Ik houd niet van massale bijeenkomsten, ook niet van de kleur or... lees meer

  • Op 4 november 1963 kreeg mijn vader van mijn moeder voor zijn verjaardag de Dikke van Dale cadeau, het groot Woordenboek der Nederlandse Taal. Mijn vader werd veertig, het boek was een enórm cadeau, mijn moeder had er in het geheim voor gespaard. Bij ons thuis was toen minder ge... lees meer

  • Zondag begon de lente van dit jaar. Ik dacht het gisteren was. 21 maart zit al levenslang in mijn hoofd als officiële lentedatum, het seizoen van nieuw licht, nieuw leven en optimisme. Vaak trekt de natuur zich weinig aan van wat er in de wereld gebeurt. 
    Gisteren zag ik in... lees meer

  • Wéér is het Finse volk het gelukkigste van de wereld. Onderzoekers stelden het vast voordat de oorlog begon, maar toch. Ik begrijp dat de Finnen onder meer zo gelukkig zijn omdat iedereen daar bereid is anderen te helpen. Ook zijn ze erg gezond en is er geld genoeg.

  • Gelukkig wordt me zelden gevraagd wat er door me heen gaat. Die vraag is alleen aan de orde wanneer topsporters een topprestatie geleverd hebben. Ik ondervind wel andere erge vragen, zoals: “Is er iets?” Of: “Waarom vraag je dat?” Ook erg: “Wat bedoel je?”, terwijl het glashelde... lees meer

  • Sommige dingen veranderen nooit, gewoon omdat het niet kan. De dag na de verkiezingen lees je vaak dat de opkomst historisch laag was, dat de grootste partijen de grootste blijven maar wel inleveren, en waarom mensen niet gestemd hebben (“Het leeft hier niet zo”).
    Zo hoort... lees meer

  • Belachelijke hoeveelheid glaswerk! Staat allemaal in een kast die ik dagelijks open, maar nog nooit vond ik het een belachelijke hoeveelheid. Stuk of tien jeneverglaasjes bijvoorbeeld. In dit huis is zeker al twintig jaar geen jenever meer gedronken. Is van een tijd die voorbij.... lees meer

  • Wanneer ik dadelijk naar het stemlokaal loop, vol democratische trots, met opgeheven hoofd, borst vooruit, weet ik gelukkig wat me daar te doen staat. Toen ik een stemwijzer had ingevuld, begreep ik wat ik wilde en dat verraste me niet tot mijn opluchting. Er bleven twee partije... lees meer

  • Zwevender dan ooit ben ik, maar dat zeg ik de laatste jaren telkens paar dagen voor de verkiezingen. Ligt dat aan mij? Waar heb ik behoefte aan? Vraag ik me dat te weinig af?

  • Wat je natuurlijk ook krijgt: ik ben geen klager, maar soms even wel. Dat gebeurt dan zonder dat ik er erg in heb. Ik was naar de supermarkt geweest en zei dat het daar verschrikkelijk was. Dat was het ook, niet anders dan anders, maar de ene keer heb je er meer last van. Verder... lees meer

  • Waar het vandaan komt, weet ik precies: maar ik voel altijd lichte irritatie wanneer er voor gangbare levensmiddelen het woord luxe komt te staan. Luxe brood bijvoorbeeld. Ik koop het zelf ook zo nu en dan, dus ik maak me ook schuldig aan het voortbestaan ervan. 

  • De meeste vervelende zinnetjes uit mijn kindertijd hoor ik soms nog. Bijvoorbeeld: “Hoe vaak moet ik dat nog zeggen?” Dan ging het om iets wat helemaal niet meer tegen je gezegd hoefde te worden, iets wat je heus wel wist, maar je had geen zin eraan te denken. 
    Dat vervelen... lees meer

Pagina's