Als je je in een ziekenhuis meldt bij de spoedeisende hulp is het vaak duidelijk waarom je dat doet: het is aan je te zien! Wanneer dat laatste niet het geval is, moet je soms je best doen die spoedeisende hulp te krijgen, ook omdat de zorgverleners niet zeker weten of je hulpvr... lees meer
In de Pers
Recent
Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd
Ramp
Verontrustend bericht knipte ik deze week uit deze krant. Ging over het luchtalarm. Dat werkt niet altijd. We horen het op een vast tijdstip en dat is dus een test. Volgens mij is die test een tijd uit de lucht geweest, maar gelukkig kwam die terug. Met gelukkig bedoel ik niet het lawaai, maar het gaat me om de zekerheid: als er iets aan de hand is, begint dat alarm te loeien. Dat is dus blijkbaar niet zo. Begrijpen doe ik het niet helemaal, maar op sommige plaatsen is het alarm defect. Mensen die dat in de gaten hebben, melden dat dan. En dat vinden ze nuttig op het Instituut Fysieke Veiligheid, want daar gaan ze over het alarm. Puike naam trouwens: Instituut Fysieke Veiligheid. In mij jengelt meteen de vraag of er ook een Instituut Psychische Veiligheid is. Dus je moet alarm slaan als de sirene niet werkt, waarschijnlijk ook wanneer er een ramp dreigt of gaande is. Meestal gaat het dan om rampen die iedereen wel in de gaten heeft, zodat de sirene niet meer hoeft. Dénk ik, dénk ik, ik weet het niet zéker. Ingewikkeld! Het bericht over het onbetrouwbare luchtalarm zwiepte me terug naar mijn lagere schooltijd. De sirene vloog me daar echt áán, meer dan wanneer ik niet op school zat. Waarschijnlijk ook omdat je stil en braaf zat te luisteren naar de onderwijzer of met een werkje bezig was. Wel vroeg ik me af wat er gebeurde als de oefening geen oefening was, maar een echt alarm, dus dat zich een ramp manifesteerde op de momenten dat de sirene getest werd. Met die wijsneuzerige vraag kon ik nergens heen!
Columns
-
-
Van vogels weet ik helaas niets, behalve dat ik ze graag hoor en er graag naar kijk. Mooie momenten op de zondagmorgen vind ik rond een uur of acht aan de keukentafel zitten en naar het radioprogramma Vroege Vogels luisteren. Vooral wanneer er overgeschakeld is naar de vrije nat... lees meer
-
Als je iets wezenlijks meemaakt, denk je altijd aan de eerste keer dat je hetzelfde beleefde. De eerste verliefdheid is altijd opnieuw voelbaar in alle latere. Het eerste grote verdriet. De eerste keer dat je aan alles merkte dat je succes had. De eerste rouw.
Vandaag hoef... lees meer -
Het is half acht in de ochtend en ik zet de vuilniszak buiten, nog niet gekleed voor een gangbaar sociaal leven. Een paar meter verder staat een vrouw, middelbare leeftijd, kranig kapsel, donkerbruine winterjas. Ze kijkt naar haar hond die zich aan het ontlasten is, even bruin a... lees meer
-
“Maar ik bedoel het goed!” Als iemand dat tegen je zegt, en dat gebeurt nogal eens, heb je van die goede bedoelingen meestal niets gemerkt. Ja, je wordt er nu op gewezen, maar dan is het te laat. De bedoeling van goede bedoelingen is dat je er baat bij voelt. Misschien ga ik te... lees meer
-
Altijd denk ik vandaag nog: Dag van de Arbeid. Lang geleden dat ik er iets aan heb gedaan. Ja, halverwege de jaren zeventig, toen ik nog in Nijmegen woonde. In een somber gebouw dat Het Kolpinghuis heette, nog steeds trouwens, toen vooral een danscentrum voor alleenstaanden, was... lees meer
-
Zelf krijg ik nooit meer een tik op de vingers. Ben daarom vergeten hoe het voelt. Toen ik me in mijn kinderjaren oriënteerde op de wereld, kwam er weleens een, maar dat is inmiddels al een tijdje terug. Ik léés er wel over. Dat bijvoorbeeld de Belastingdienst een tik op de ving... lees meer
-
Er zijn bewegingen waarover je niet te lang moet nadenken, want dan stagneert er iets. Bijvoorbeeld als we iemand begroeten of afscheid nemen. Je gaat een hand geven, maar hoe regisseer je de hand en dus ook min of meer de arm. Breng je je hand naar die van de ander toe of laat... lees meer
-
Iedereen zal het weleens hebben, dat je denkt: waar ben ik in ‘s hemelsnaam mee bezig? Het is niet altijd zo dat die vraag wijst op een probleem, maar kan nuttig zijn er een antwoord op te hebben. Dan stel je je bijvoorbeeld voor dat je het moet uitleggen aan iemand die van ni... lees meer
-
“Wat kunnen ze tegenwoordig toch veel, jongen.” Mijn moeder zei het vaak, de laatste jaren van haar leven steeds vaker. Ze zei het altijd met trotse blijdschap. Ze maakte immers deel uit van een tijd met veel vooruitgang en steeds meer mogelijkheden. Soms was ze ook licht verb... lees meer
-
Hoewel ik zelf niet zo snel meer in een gat in de markt zal duiken, let ik altijd goed op of ik er een zie. En zaterdag was dat zo.
-
In de wachtkamer van de tandartsengroep (beetje dreigend woord) wacht ik niet op de tandarts, maar op de mondhygiëniste. Het duurt daar nooit lang, maar toch blader ik gretig door de oude tijdschriften. Op een ervan, ik geloof de Linda, staat op de voorkant dat Roxeanne Hazes... lees meer
-
Nooit te snel denken: wat raar. Niet oordelen over iets wat je niet begrijpt, want hoe kún je daarover oordelen, dat kan toch alleen over wat je wél begrijpt.
Gisteren dacht ik weer sterk aan mijn opvoeding. Mijn ouders zeiden dat soort dingen vaak tegen me. Lange tijd w... lees meer -
Gesprekstechniek waarvan ik niet houd, is het zinnetje: “Zeg, hierover gaan het nu toch niet hebben?” Vraag is gelukkig niet prominent aanwezig in mijn leven, maar ik ben niet optimistisch als ik aan vandaag denk: verven van de eieren. Dat is de kwestie.
-
Soms heb ik geen zin de hele tijd te kiezen. Geen zin, nee, dat is het niet, ik kán het niet altijd. Heb ik uiteraard niet over grote keuzes, nee, in het dagelijks leven. Ik koop zakje patat. De uitbater vraagt: “Wat doen we erop?” Ik zeg: “Met.” En dan zie ik de lijst links van... lees meer