Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Anders

Waarschijnlijk is het toeval, gelukkig toeval, maar in mijn directe omgeving vinden weinig cosmetische ingrepen plaats. Kan niet zeggen `geen’, want ik weet het niet zo goed. Wel van de mannen. Dat zou ik zeker zien! Dénk ik. Soms hoor ik een vrouw zeggen dat ze `toch even een spuitje gaat halen’. Dan vraag ik niet wat voor spuitje en waar het geplaatst wordt, want misschien is die nieuwsgierigheid ongewenst. 
Mijn directe omgeving dus. Het zicht op wat er daarbuiten gebeurt, ben ik kwijt. Niet helemaal kwijt, want soms zie ik natuurlijk wel de gevolgen van die ingrepen. Vooral als ze niet zo goed gelukt zijn. Als ze wel gelukt zijn, moet je ook een beetje uitkijken, want als je de nieuwe uitstraling te zeer gaat prijzen, is het net alsof je érg ontevreden was over de oude. Kom je weer in een doodlopend gesprek terecht. 
Ik begin hierover omdat ik lees dat de klinieken voor dit soort ingrepen nog steeds stunten met aanbiedingen, botox en fillers, en dat de Reclame Code Commissie daar soms bezwaren tegen heeft. Er zijn regels voor. Ik verdiep me daar verder niet in, maar de stuntaanbiedingen houden me wel vaag bezig. 
Zijn mensen vaker ontevreden over hun uiterlijk dan een tijdje geleden? Of worden ze zich pas bewust van die ontevredenheid door de stuntaanbiedingen van de herstelklinieken? Vaak werkt het zo. 
Wat ik altijd moeilijk vind is wanneer iemand in zo’n kliniek is geweest en dan vraagt: “Zie je niets aan me?” Ja, het is net alsof ze met een hard voorwerp op haar lippen is geslagen, maar het is uiteraard niet de bedoeling dat je dat zegt. Je weet ook niet of ze blij is met de ingreep of juist helemaal niet. Soms zeg ik “Het is ánders”, maar dat zijn woorden van niks.