Best

Als je het over onze premier hebt moet je er in deze tijd eigenlijk altijd bij zeggen dat hij demissionair is, maar dat weten we onderhand wel. Tijdens zijn teleurstellende persconferenties zegt hij, onze premier dus, haast iedere keer dat iedereen in de gezondheidszorg zich het snot voor de ogen werkt. Is verder niet belangrijk, maar ik vind het een onaangename uitdrukking. Mart Smeets roept het soms over een wielrenner die op het kookpunt van een bergetappe aan kop gaat: hij fietst zich het snot voor de ogen. Misschien heeft Mart die zegswijze zelf bedacht. Als je een close-up van die wielrenner ziet, begrijp je ook waarom Mart die werklust zo typeert. Keurig samengevat, want het zit overal, dat snot. Niet ondenkbaar dat hij het van inspanning ook in zijn broek heeft gedaan, maar daar zijn geen passende woorden voor, hoewel Mart daarover vast heeft nagedacht.
Vaker dan me lief is heb ik met werkers in de gezondheidszorg te maken en zie dat ze geen seconde rust hebben. Ik bewonder hen intens, maar toch denk ik niet aan snot voor de ogen. Waarschijnlijk zegt onze premier het, omdat hij hoopt dat wij geen praatjes hebben over zijn beleid. Wij hebben immers niet het snot voor onze ogen, behalve misschien als je een café hebt en in je ontzettend lege zaak wanhopig om je heen kijkt.
Het is net iets te stoere taal, net zoals `stinkende best’. Wat is dat toch, stinkende best? Als je je best doet, hoeft je echt niet meteen opmerkelijk te stinken.
Ernst Kuipers hoorde ik eergisteren wat zeggen in een andere sfeer: “Je schildert jezelf in de hoek van de kamer.” Uitdrukking kende ik ook niet. Uit de Donald Duck leerde ik zoiets nooit te doen. Overkwam me wel met een trap.