In de Pers
Recent
Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd
Kreunend
In de boekwinkel wijst een bevriend verkoper naar een boek over het oude Egypte. Het gaat over voorwerpen die in het graf van farao Toetanchamon zijn aangetroffen, onder meer twee trompetten. Het geluid ervan is ooit te horen geweest in een radio-uitzending van de BBC, lang geleden alweer. Maar over dat geluid gaat het ook in het boek. De boekverkoper had het aangrijpend gevonden en ik snapte ook waarom: ineens hoor je iets wat ruim duizend jaar voor Christus te horen was. We konden ons al van veel een voorstelling maken, nog niet van het geluid uit die tijd.
De boekverkoper zegt dat hij graag zou zeggen dat hij kippenvel voelde, maar dat zegt hij niet, want dat woord wordt de laatste tijd té vaak gebruikt. En dan belanden we in ons gesprek dat maar nooit ophoudt, namelijk over woorden en zinnen waarmee we wat zorgvuldiger zouden kunnen omspringen. `Kippenvel’ hoort ook in dat lijstje thuis. Wat je om de haverklap ziet: mensen duwen de mouw van jasje of hemd stukje omhoog, wijzen naar de onderarm en zeggen dan licht kreunend: “Kippenvel.”
Op het lijstje staat ook: “U mag…” Horen we ook te vaak: “U mag daar een krabbeltje zetten.” (Krabbeltje!) Of, in het ziekenhuis: “U mag zich daar even uitkleden.” Of op het gemeentehuis: “U mag daar in die rij gaan staan.”
Over het woord `leuk’ hebben we het uiteraard nooit meer.
“Geniet ervan,” hoor je als je op een terras koffie (`koffietje’) hebt besteld. Goedbedoeld, maar genieten gaat niet zomaar. Komt meer bij kijken.
Ach, is allemaal niet belangrijk, maar toch. Zeggen we trouwens ook te snel: dat iets niet belangrijk is, gevolgd door “Laat maar”. We laten te veel.
Boek over Toetanchamon heb ik natuurlijk gekocht. Feestje!