Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Vloeiend

Toch schrok ik van die foto van Hans Wiegel en Thierry Baudet in een restaurant in Sneek. Restaurantje. De heer Wiegel is door Baudet gevraagd informateur te worden voor de Gedeputeerde Staten in Zuid-Holland. Waarom niet? Waarom dan toch schrikken? Wat vertrouw ik niet? Ja, de denkbeelden van Baudet, maar Wiegel moet die toch, ja wat? Kunnen kanaliseren –laten we het daarop houden.
Misschien is het vooral een uitspraak van Wiegel. Deze: “Hij is een aparte figuur. En ik ook een beetje. Wat wil je nog meer?” Op die laatste vraag kan ik nogal wat antwoorden bedenken, maar het is de omhelzing die me zorgelijk stemt. Want dat is het. Ik probeer er maar niet te lang aan te denken. 
Natuurlijk houdt wel het compliment me bezig: “Hij is een aparte figuur.” Het is immers als compliment bedoeld, want de heer Wiegel voegt eraan toe: “En ik ook een beetje.” Het is bekend dat de heer Wiegel in geen enkel opzicht ontevreden is over zichzelf, wat uiteraard ook niet hoeft, maar daarom durf ik te zeggen dat het een compliment is.
Als mijn moeder over bijvoorbeeld een buurman zei “Ja, hij is een wat aparte man”, dan was lichte waakzaamheid geboden. We zeggen het ook als we een cadeau krijgen waarmee we geen raad weten: “Heel apart.”
Maar goed, bij de heer Wiegel is het een compliment. Is het een compliment dat je jezelf kunt geven? Ik vind dat je complimenten voor jezelf vooral aan anderen moet overlaten en je niet zegt: “Ik ben een aardige man.” Ook al ben je ervan overtuigd dat je dat bent. Of: “Ik ben een weldenkend mens.” 
Iets anders is: “Ik spreek vloeiend Frans.” Of: “Ik weet veel van Bulgaarse aardappelgerechten.” Ook complimenten, maar die kunnen. Vaardigheden, dat zijn het vooral.