Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Wijsneus

De ooievaar is terug. Stom dat ik niet wist dat die weg was, ook niet helemaal weg natuurlijk. In een stil landschap word ik er soms op gewezen: “Kijk, een ooievaarsnest!” Hoog, best ver weg in de hemel, beetje voornaam. Ik kijk altijd aandachtig. 
Er zijn er weer meer dan een tijdje geleden. Sommige mensen hebben er problemen mee omdat ze zich nogal ontremd ontlasten.
Mijn ouders zeiden vroeger nooit dat baby’s door de ooievaar aan huis werden bezorgd. Ook niet hoe het wel ging, maar toen ik jong was vond ik dat een vanzelfsprekend mysterie. De mededeling dat ik een broertje of zusje kreeg, was bovendien zo overweldigend dat ik niet nadacht hoe het zat met dat proces. Heb ik trouwens nog steeds vaak, meer interesse in het resultaat dan hoe dat tot stand is gekomen. Wanneer een vakman hier in huis iets repareert bijvoorbeeld. Als hij uitlegt hoe hij dat gedaan heeft en waarom zo, dwalen mijn gedachten af.
Terug naar de ooievaar. Ook al wist ik niet hoe het allemaal ging met baby’s, was ik ervan overtuigd dat de ooievaar daar niets mee te maken had. Hoe ik dat wist, geen idee. Misschien omdat het me een té vreemde gang van zaken leek. 
Als ik bij buren was of familie, werd het soms gezegd: “Over een tijdje komt de ooievaar een kindje brengen.” Ik knikte blij, maar dat deed ik omdat geen spelbreker wilde zijn en zeker geen wijsneus. Ik wist niet wat een wijsneus was, maar voelde waarschijnlijk intuïtief aan hoe die zich gedroeg. Toch wilde ik ook voorkomen dat die volwassenen dachten dat ik het door en door geloofde. Daarom vroeg ik maar niets over die ooievaar. Waar die dan vandaan kwam? En waar hij het kind had opgehaald? Of was het een zij? 
Werd er licht neerslachtig van.