Voor het eerst zit ik met een compliment in mijn maag. Het begint voor een open brug. Ik sta daar op mijn fiets te wachten tot die weer dichtgaat. Naast me staat een sportieve tomaatkleurige auto waarin een man zit die het raampje aan mijn kant naar beneden laat zakken. Hij buigt zich daarheen en roept naar me: “Alles goed?”
Er zijn verschillende redenen waarom je als reiziger de trein onverwacht moet verlaten. Er wordt bijvoorbeeld omgeroepen: “Beste reizigers, deze trein wordt opgeheven. Wilt u de trein dan ook verlaten en denk daarbij aan uw eigendommen.” Soms wordt dat laatste anders gezegd: “Uw persoonlijke eigendommen.” Klinkt gewichtig, maar is onzin, want `uw eigendommen’ zijn al persoonlijke eigendommen. Verder niet erg, maar daaraan loop ik dus te denken bij het verlaten van de trein, ver weg van mijn bestemming.
Vandaag zou mijn moeder 99 zijn geworden. Ze was al een eind op weg, maar in het jaar van haar 92ste vertrok ze naar de andere kant, op een vroege, zonnige ochtend in april. Toch heeft deze dag nog steeds een betekenis die zich moeilijk laat omschrijven. In ons gezin was haar verjaardag de eerste. Die van mijn vader was in november, de mijne in de december, die van mijn twee zusjes in januari en februari.
Om alert te blijven probeer ik nooit ding tegen een ding te zeggen, maar hoe het heet. Soms weet je dat echter niet. Voorbeeld. Bij een benzinestation wil ik tanken en ik stop bij een pomp waar ik met mijn betaalpas moet betalen. Die wordt echter niet geaccepteerd door de pomp. Weet niet waarom. Eerder op de dag heb ik er van alles mee betaald. Ik rijd naar de pomp ervoor. Die doet het niet, er komt geen benzine uit de slang. Dan zie ik een ding staan waarvan ik dus niet weet hoe het heet.
Voor wetenschappelijk onderzoek waarvan je je afvraagt wat we ermee moeten, kan ik warme belangstelling hebben. Tijdje terug zat er in Nieuwsuur een mobiliteitsdeskundige die zich op de universiteit enige jaren had beziggehouden met het parkeren van auto’s en daarop ook gepromoveerd was. Een van zijn voornaamste conclusies was dat mensen niet minder winkelen als ze niet in de buurt van de winkel kunnen parkeren.
In bijna alle kranten stond gisteren te lezen dat Donald Duck een nieuwe buurvrouw krijgt. Nieuws dat goed is voor je humeur. Die buurvrouw heeft ook een zoontje. Eva Hamerslag en Lex, zo heten ze. Mevrouw Hamerslag is een alleenstaande moeder.
In de trein is de stiltecoupé geen stilcoupé meer. Komt doordat de conducteur heeft omgeroepen dat ze een te korte trein hebben meegekregen. Alsof iemand bij een vertrekpunt nonchalant treinen staat uit te delen. Tijdje terug besloot ik niet meer te klagen over de NS, nu ook niet. Er is daar veel mis waaraan niemand wat kan doen. Ja, misschien kan dat wel, maar dan moet zo iemand eerst gevonden worden. Speld in hooiberg. Vanwege de te korte trein vulde de stiltecoupé zich op volle kracht met reizigersgekakel.
Als hier in huis Boer zoekt vrouw wordt opgezet, maak ik me snel uit de voeten. Maar ja, soms is het onvermijdelijk dat je het toestel toch even passeert. Was zondag ook het geval en toen hoorde ik Yvon Jaspers zich met haar rare schreeuwstem oog in oog met een boer afvragen waarom hij nog geen vrouw had. Ze zei: “En je ruikt nog lekker ook.”
Al vaker schreef ik dat de digitale camera lekker makkelijk is, maar ik het jammer vind dat je niet meer verrast wordt door wat je gefotografeerd hebt. Zelf houd ik nog van fotorolletjes die je naar de fotowinkel brengt. Na een paar dagen haal je die op en bekijk je nieuwsgierig wat je allemaal hebt vastgelegd. Vaak kan het beter, maar dat is dan voor de volgende keer.