Graag kom ik in een dierenspeciaalzaak. De logeerpoes is er nog en daarom kan het gelukkig. Zonder dier in je directe nabijheid kun je natuurlijk ook rustig zo’n winkel binnengaan, maar misschien heel stom, ik vind dat raar. Je hebt er niks te zoeken, maar je doet net alsof, want dat doe je dan, ik in ieder geval.
De straat hier in nu ruim twee weken autovrij. Behalve dat er dus geen auto’s meer rijden of geparkeerd staan, lijkt de straat op een straat waar ze nooit geweest zijn, die auto’s. Nog steeds praten we vaak over de rust waaraan we nauwelijks gewend zijn, ik heb ook de indruk dat we ons onbevangener bewegen, langzamer misschien wel, alsof het een straat is waar niet zo veel meer hoeft te gebeuren. Met sommige parken is dat ook aan de hand, oases in de veeleisende tijd.
In mijn omgeving is het niet sterk te merken dat de meeste Nederlanders in eigen land met vakantie gaan. Vrienden hoor ik zeggen: “Zondag gaan we rijden.” Dat zeg je niet als je naar de Veluwe gaat. Nee, naar `het zuiden’.
Prettig de naam weer eens te horen: Lassie. De hond speelt de hoofdrol in een Duitse film die nu in onze bioscopen te zien is. Ik ga er niet heen, in mijn jeugd was er genoeg Lassie. We keken ernaar op de Duitse televisie die in het oosten van het land goed te ontvangen was. Het aanbod van televisieprogramma’s voor kinderen was groter. Hier hadden we alleen op woensdag- en zaterdagmiddag een kinderuurtje. Uurtje! Op de Duitse televisie was er iedere dag wel wat, onder meer dus Lassie.
Uitdrukkingen die ik nog niet ken en ook weinig hoor, noteer ik meestal. Zo hoorde ik een tijdje terug Madeleine van Toorenburg van het CDA zeggen over de SP: “Ja, die partij staat altijd met snoep voor de poort.” En Hans de Boer van het VNO-NCW kan er ook wat van. Hem werd iets gevraagd over een nieuwe ontwikkeling. Zijn reactie: “Dat heb ik nog niet voor de bril.” Of ik zelf dat soort zinnen zou uitspreken, ik denk het niet, maar ik luister er graag naar.
Bij terugkeer van vijf weken elders bleek onze kleine omgeving veranderd: de straat was autovrij geworden. Twee roodwitte paaltjes aan de ene kant, twee aan de andere. Mijn eerste gedachten waren dom: waar laad ik de auto uit en waar zet ik die daarna neer? Was het verwende gewoontedier in mij. Ik liep een paar keer met de bagage op en neer en begon de straat langzamerhand een straat uit een andere tijd te vinden, een straat van ouderwetse kwaliteit, leeg, ruimte om buiten te spelen. Dat laatste doe ik niet meer, maar de mogelijkheid stemt me opgetogen.
Of ik het een goed idee vind, weet ik niet. Als je zegt dat je niet weet of je iets een goed idee vindt, vind je het meestal geen goed idee. Ik heb het over de wereld van Bommel die in Groenlo aan de provinciale weg N18 uit de grond wordt gestampt. Moet over een paar jaar klaar zijn, `zinnig vermaak voor dagrecreanten’. In de jaren vijftig is het al eens geprobeerd, in Oisterwijk, maar de belangstelling ervoor verflauwde al snel, terwijl de Bommelverhalen toen populairder waren dan nu.
“Kunt u een muntje missen voor de opvang.” Iedereen die weleens een supermarkt verlaat, kent deze vraag. In de crisistijd – mogen we zeggen dat die voorbij is?- had ik nooit meer muntjes. Contant betalen mocht nergens, alles ging met het kaartje, zodat je ook niet zo hoefde na te denken over je uitgaven.
Op mijn bureau ligt een artikel uit deze krant van dinsdag. Erboven staat: `Flirten met een mondkapje op, zo doe je dat’. Ik moet dat, geloof ik, juist niet doen, maar was toch geïnteresseerd en tegelijkertijd ook weer niet omdat het me onbarmhartig confronteert met kansen die ik laat liggen.
Sportzomer is een woord dat paar jaar geleden in omroepland is ontstaan. Met hoofdletter. Aan alle seizoenen kun je het woord sport vooral laten gaan, want sport is er nooit niet. Maar er is iemand geweest die hardop vond dat de leegte van de vaderlandse zomertelevisie enige dynamiek moest krijgen. De opvatting is dat er zich minder actualiteiten voordoen, kijkers maand of drie niet zitten te wachten op series waaraan ze verknocht zijn, daarom maar veel sport, zo veel dat de zomer Sportzomer wordt.