Tijdje geleden verloor ik een bril. Had ik niet op, maar zat in een brillendoos in de zak van mijn colbert. Gek dat ik niet meer weet waarom ik twee brillen bij me had, dus een op mijn neus, de andere in mijn zak. Moest ergens heen fietsen en had haast. Wil ik zo min mogelijk, haast hebben.
Van het vroege begin van de dag houd ik zeer. In het prille dagelijks leven hangt een stilte die inspirerend is: straks gaat er weer van alles gebeuren, welke gebeurtenis breng je zelf op gang? Met de ochtendkranten ga ik soms in een café zitten dat om een uur of zeven opengaat. Er klinkt nog geen harde muziek en er zijn meer mensen als ik, met kranten en koffie voor zich en een tosti bij wijze van ontbijt.
Soms is vertellen dat iets is mislukt bijna even erg als de mislukking zelf. Merkte ik tijdens mijn middelbare schoolperiode als het uit was met een meisje, wat er in die dagen vaak aan de hand was. Mijn moeder had al een paar keer de ergste vraag aller vragen gesteld: “Is er iets?” Later begreep ik dat ze dan al lang wist wat er was gebeurd, maar ze wilde zelf niet als eerste de naam van het meisje noemden. Maar goed, ik moest het natuurlijk een keer vertellen en terwijl ik dat deed, kreeg het verdriet een nog grotere omvang dan voorheen.
Paar dagen geleden hoorde ik een kennis zeggen: “Ik ben niet zo barbecuemens.” Ze sprak die woorden niet luchtig uit, nee, doodernstig. Wat zeg je over jezelf als je beweert niet `zo’n barbecuemens’ te zijn? Ik ben ook niet `zo’n barbecuemens’. Niet dat ik er veel op tegen heb, maar als het eetevenement niet doorgaat, heb ik daar allerminst klachten over.
Er zijn ontzettend veel boeken over geschreven en toneelstukken, en films over gemaakt, over het verlangen of streven naar iets of iemand zonder dat het wordt ingelost. Soms duurt dat verlangen of streven wel een leven lang of een groot deel van het leven. Misschien is het verlangen of het streven veel belangrijker en spannender dan wanneer het werkelijkheid wordt. Je verzint er bijvoorbeeld van alles over. Dat verzinnen begint met `Stel dat ik…’ en dan droom je een beetje weg.
Bij grote manifestaties als de Tour en Wimbledon besef ik dat het jaar definitief voor de helft voorbij is. Nog volop zomer, maar dat duurt niet lang niet meer. Die Vierdaagse hoort daar ook bij. Die is nog dichterbij dan de Tour en Wimbledon. Ben er mee opgegroeid, een gróót moment in het jaar. De wandeltocht vervult me ook met schuld, want waarom loop ik wéér niet mee, maar dat gevoel geef ik pas na het weekend de ruimte.
Vaak kom ik artikelen tegen die ik probeer te lezen, terwijl ik na een paar zinnen al weet dat ik ze niet kán lezen. Omdat ik me altijd verzet tegen iets wat ik niet kan, ga ik toch door. En uiteindelijk blijven er van het artikel een paar snippertjes over die me even bezighouden. Nu is het een artikel over superrelaties. Blijkbaar kun je dit weekend meedoen aan een superrelatieweekend – in Amsterdam, geloof ik – en uiteraard wordt daar de gang van zaken bepaald door psychologen en relatietherapeuten.
Uitstel, dat is een intuïtieve reactie op bijvoorbeeld vervelende huishoudelijke karweitjes. Het is dit jaar geen echte komkommertijd, maar toch wel een beetje, dus ik mag soms over zoiets kleins beginnen.
Benieuwd waar de laatste fase van de formatieonderhandelingen zich voltrekt. De Efteling? Gisteren en eergisteren spraken ze op een andere locatie. Met een tuin. Ze hadden enorme vrijetijdskleding aan. De heren Pechtold en Rutte droegen gympen, de heer Buma zomerschoenen en de heer Segers gewone bruine schoenen, waarschijnlijk omdat hij geen gympen of zomerschoenen in de kast had staan.
Op de vloer naast mijn bureau staat een stapel die de laatste weken sterk is gegroeid, en nog steeds hoger wordt. Dat zijn tijdschriften en artikelen uit kranten die allemaal de Summer of Love behandelen, vijftig jaar geleden dus. Dat soort mijlpalen hebben we nodig om ons leven te kunnen overzien, in dit geval dus wel als je de Summer of Love hebt meegemaakt.