Soms blinkt in mij het verlangen topman te zijn. Niet vaak, soms. En ook maar heel even. Maar dan ook een topman tegen wie je u zegt. Dat als ik de werkvloer op loop, men elkaar aanstoot en tintelend fluistert: “Kijk, daar komt onze topman.” Uiteraard straal ik daadkracht en optimisme uit. En iedere toespraak begin ik met: “Mijn speerpunt is beleid.”
Gelukkig zijn er soms berichten waaraan alles leuk is. Ik lees dat een oogarts uit Utrecht samen met zijn dochter (14) 92 films van Stan Laurel en Oliver Hardy heeft bestudeerd. In die films komen situaties voor waar iemand bij wijze van aanval of bestraffing een vinger in het oog van de ander duwt. Dat is inderdaad opvallend. Oliver Hardy overkomt het het vaakst. Dat komt doordat hij zich altijd als autoriteit gedraagt, met tragische gevolgen. Vader en dochter stellen vast dat Hardy daarvan slechtziend moet zijn geworden of zelfs blind.
Van vorig jaar ben ik niet zeker, maar het jaar daarvoor had al een keer of wat Sinterklaas gespot. Ik was vooral gebrand op een Sinterklaas met wie iets mis was. Beetje dronken, vallend, verdwaald. Ik weet niet waarom me dat zo bevalt. Misschien is het iets van vroeger, ja, ik hield van falende autoriteiten.
Op het congres van de VVD heeft onze premier de heer Buma een pruilende peuter genoemd. Hij zei dat hij hem niet zo zou willen noemen, maar door dat te zeggen, noemt hij hem wel zo. De zaal vol VVD’ers had dat heus wel in de gaten en lachte enthousiast. Ik heb een zwak voor de heer Buma. Ik zal nooit op zijn partij stemmen, maar ik zie en hoor de heer Buma graag bezig. Dat komt doordat zo goed te merken is wat hij op de mediatraining geleerd heeft of nog aan het leren is. Vind ik sympathiek.
We hebben met veel instanties te maken. En soms wil je ermee in gesprek. Of willen, nee, dat is niet het woord, je moet het. Ik zie er altijd tegenop, omdat ik weet dat ik dadelijk een lange weg te gaan heb. Maar wat ik al zei, soms moet het. Ik bel op en vraag naar een functionaris. “Ik verbind u door.” Bedroefd stemmend muziekje. Dan: “Bedankt voor het wachten. Hij zit niet op zijn plaats. Kunt later…?” Wanneer ik terugbel, zit hij nog steeds niet op zijn plaats.
Er zijn van die oude gebaren die ik kwijt ben, maar die er ineens weer zijn. Ik loop door de stationshal van Arnhem en zie een jonge vrouw die monter uit een trein stapt. Ineens komt er iets traags in haar gang, ze staat ze stil, alsof er iemand tegen haar aan duwt, en dan ja: ze kijkt een beetje omhoog en met haar rechterhand slaat ze op haar voorhoofd en ook laat ze een vage glimlach zien: alles wijst erop dat ze wat is vergeten.
Toen ik gisterochtend de radio passeerde, kwam daar een geluid uit dat ik niet kon thuisbrengen. De radio stond aan, het geluid hoorde dus bij een uitzending. Het was alsof er vermoeid op een trompet werd geblazen. Ik werd nieuwsgierig naar wat het was. Nog steeds ben ik overal nieuwsgierig naar en daar ben ik blij om. Misschien komt er dag dat ik bij het horen van zo’n geluid denk: iedereen doet maar. Tegen die dag zie ik op.
Had er stom genoeg een tijdje niet meer zo op gelet, maar nu ik over het lijsttrekkersdebat tussen Diederik Samsom en Lodewijk Asscher lees, sta ik er ineens weer bij stil: lichaamstaal. Die wordt regelmatig geanalyseerd in de verkiezingstijd – en die is toch wel degelijk begonnen. In het geval van Samsom werd die druk en energiek genoemd, Asscher was beheerst en rustig. Wat zegt dat? Mij eerlijk gezegd niets, ik houd van energie maar een beheerste uitstraling spreekt me ook wel aan.
Waarschijnlijk moet ik er niet half november over beginnen, want het kan onrust veroorzaken, maar toch doe ik het voorzichtig: het kerstpakket. Komt doordat ik er een artikel over las. Waar ik stom genoeg nooit bij stilstond, is dat er bedrijven bestaan die rond het kerstpakket draaien. Maar dat is natuurlijk logisch, een kerstpakket is er niet zomaar. Ook daarover moet worden nagedacht.
Het had me niets verbaasd als Arnold Karskens verslag had gedaan van de intocht van Sinterklaas. Maassluis was immers een oorlogsgebied geworden. Je wordt er vooral bedroefd van, meer nog dan kwaad. Maar gelukkig was het allemaal geruststellend.