Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

De Gelderlander

Geraas

Terwijl de wind gisteren steeds harder door de bomen begon te waaien (hier in huis zelfs waaide de wind), moest ik alles nog regelen voor het heerlijk avondje. Ieder jaar neem ik me voor dat anders te gaan doen, zoals mijn moeder vroeger. Die had volgens mij in oktober alles al in huis. Nu vind ik dat wat vroeg, maar op de laatste dag is weer het andere uiterste. Over iets wat mijn eigen schuld is, klaag ik nooit. Nu dus ook niet, waarom zou ik, ik vind het ook wel iets hebben. Laten we het alsjeblieft aangename nervositeit noemen.

Verzameling

Zaterdag bezocht ik een verzamelbeurs in Utrecht, een onvoorstelbare manifestatie ter grootte van een ambitieuze groeigemeente. Mensen verzamelen véél. Ik denk dat een verzameling rustgevend kan zijn, maar spreek niet uit ervaring, want ik ben niet fanatiek. Wel bemachtig ik graag voorwerpen omtrent de avonturen van Kuifje. Daar doe ik soms mijn best voor. Ook heb ik belangstelling voor inktpotten en -potjes van lang geleden, maar dat is altijd een vaag project gebleven.

Zonnetje

Maandagochtend, kwart over zeven, ik zit licht te ontbijten, dadelijk naar de fitnessclub. Op de radio vraagt de parmantige presentatrice van het ochtendprogramma aan de weerdeskundige: `Gaat de paraplu mee of niet?’ Het antwoord luidt: `De lucht is bewolkt. Hier en daar valt een spatje motregen en als u daar doorheen loopt, zou ik de paraplu opzetten.’ Ik knik. Het is nuttig de functie van de paraplu zo nu en dan in het zonnetje te zetten. Op de fitnessclub ben ik de enige. En de trainer is er natuurlijk, een nieuwe.

Voordeur

Bezorgde ouders gingen gisteren naar het Binnenhof. Met een petitie tegen dokter Corrie. Tot gisteren wist ik niet wie dokter Corrie was, maar ik zag haar in het ochtendprogramma en ook in de krant. Ze geeft seksuele voorlichting in een televisieprogramma voor scholieren. Het zijn vooral christelijke mensen die tegen dat programma zijn. Ze hebben een woordvoerdster die zegt dat dokter Corrie zich `achter de voordeur’ begeeft, want seksuele voorlichting is in de eerste plaats een taak voor ouders. Dat denk ik ook, maar daar denk ik meteen bij: doe het dan ook.

Olifant

Als ik in het ziekenhuis de binnentuin passeer, zie ik een bord waarop staat: `Roken in de binnentuin: alleen voor patiënten en bezoekers’. Heldere informatie. Wel vraag ik me af waarom deze beperking wordt vermeld. Zijn er ook mensen die alleen maar naar het ziekenhuis gaan om in de binnentuin te roken? Terwijl ze dus geen patiënt of bezoeker zijn? De binnentuin is hier niet echt aantrekkelijk. `Tuin’ is al een te groot woord. Veel grind, houten zitjes en een olifant in bonte kleuren, geen echte, van kunststof.

Zielig

Al een paar dagen kom ik in kranten berichten tegen over een man die in het televisiespelletje Miljoenenjacht geen 5 miljoen won, maar 125 duizend euro. Daar protesteert hij tegen. Als ik het goed begrijp, had hij te vroeg op een knop gedrukt. Ik zeg niet dat 125 duizend euro ook een leuk bedrag is, maar vraag me af waarom het me niet lukt me voor deze kwestie te interesseren. Het is niet alleen omdat ik me niet bij de man betrokken voel, ik vind hem niet zielig of zoiets.

Jengelen

Graag verdiep ik me in ervaringen waarmee ik geen ervaring heb. Bijvoorbeeld in kindermarketing, woord dat ik niet kende. Een hoogleraar communicatiewetenschappen in Nijmegen is daarin gespecialiseerd. Moniek Buijzen heet ze, en ze heeft onderzocht hoe ouders en kinderen in supermarkten boodschappen doen. Voornaamste conclusie: een op de drie keer dat een kind ergens naar wijst of om vraagt, krijgt het kind het betreffende product. Zeker als dat vragen indringend gebeurt, een manier van vragen die we jengelen noemen.

Verering

Als je niet meer weet wat je moet doen, doe je meestal het verkeerde. Ik heb nu niet over mijn eigen ervaringen (daarover een andere keer), maar over de Nederlandse bisschoppen die zich met de kerstliedjes bemoeien. Je bent dan geneigd te denken: alsof ze niets beters te doen hebben. Blijkbaar niet. Mij kan het niet veel schelen, want ik zing wat ik wil, maar als je het interessant vindt te luisteren naar de Nederlandse bisschoppen, sta je toch met de mond vol tanden op een kouwe kermis. `Stille nacht’ en `De herdertjes lagen bij nachte’ moeten worden gemeden.

Hemel

Vrijdag moest vertellen over mijn werk in een klein dorp in de buurt van Assen, in het melancholieke vlakke landschap van de nederblues. ’s Middags belde ik op over hoe laat ik precies werd verwacht en of ik nog ergens iets kon eten. De woordvoerster van de organisatie zei dat het dorp maar 95 inwoners telde en dat er één café was waarin alles gebeurde. Daar trad ik dus ook op. Ik houd erg van cafés waarin alles gebeurt, mits met niet te veel lawaai. Voorts zei ze dat ik in dat café dus ook iets kon eten, maar dat er maar één gerecht werd geserveerd.

Mist

Oké, april volgend jaar, misschien gaat het gebeuren, de reünie van Abba. Een van de twee zangeressen, Agnetha Fältskog, heeft het gezegd in een interview met een Duitse krant. De jongens van mijn generatie denken dan meteen: die blonde. Tien jaar geleden is het al eens geprobeerd. De band werd toen één miljard dollar geboden, voor honderd optredens. Dat ging dus niet door. Eerlijk gezegd vermoed ik dat het nu ook niet lukt. Als ik het goed begrijp, hebben ze allemaal een ingewikkelde gebruiksaanwijzing. Waarom zouden ze het doen? Waarom zou ik het willen meemaken?

Pagina's