Zodra ik wakker ben schakel ik vanuit mijn bed over naar Sotsji. Er komt meteen dynamiek in de nieuwe dag. Bovendien zie ik van alles waarvan ik helemaal niets kan, en dat is enorm goed voor mijn karakter, merk ik. Heel hard van grote hoogte naar beneden skiën bijvoorbeeld. Ooit heb ik geskied, maar daar praat ik liever niet over. Ik kijk er met ontzag naar en het stemt me bescheiden. Het is volgens mij alleen maar goed een dag bescheiden te beginnen. Uiteraard moet ik nu even aan minister Plasterk denken.
In de wachtruimte van de polikliniek wil ik graag iets te doen hebben. Vervelen doe ik me nooit, maar soms zijn er daar momenten die in die richting kunnen zakken. Een boek lezen lukt zelden. Daarvoor is er te veel vreemde onrust. Bovendien ben ik bang dat ik er zo in opga dat ik niet hoor dat mijn naam wordt geroepen. Een blad als Privé boeit me met moeite gedurende één bericht. Gisteren had ik een Privé uit de kersttijd van vorig jaar te pakken en daarin las ik dat prinses Stéphanie van Monaco een relatie had of nog heeft met een olifantentrainer die Franco Knie heet.
In de wachtruimte van de polikliniek wil ik graag iets te doen hebben. Vervelen doe ik me nooit, maar soms zijn er daar momenten die in die richting kunnen zakken. Een boek lezen lukt zelden. Daarvoor is er te veel vreemde onrust. Bovendien ben ik bang dat ik er zo in opga dat ik niet hoor dat mijn naam wordt geroepen. Een blad als Privé boeit me met moeite gedurende één bericht. Gisteren had ik een Privé uit de kersttijd van vorig jaar te pakken en daarin las ik dat prinses Stéphanie van Monaco een relatie had of nog heeft met een olifantentrainer die Franco Knie heet.
Bijna vier was ik toen ik voor het eerst naar school ging, naar de kleuterschool, in een straat in Nijmegen die er niet meer is. Ik moest daaraan denken toen ik las dat er gesprekken worden gevoerd over een peuterschool waar kinderen van 2,5 heen kunnen. Ik heb geen verstand van kinderen van die leeftijd en weet dus niet wat de voor- en nadelen ervan zijn. Wel vind ik dan de hele schooltijd van een kind erg lang is, stel dat die tot achttien jaar duurt. Naarmate ik ouder word lijken herinneringen steeds levendiger.
Op de zolder bij vrienden trof ik een zeer beduimeld stripboek over de Jetsons. Dat is een tekenfilmserie van lang geleden, van de makers van de Flintstones. De Flintstones leefden in het stenen tijperk, de Jetsons in de toekomst. Hoe oud was ik toen ik ernaar keek? Jaar of tien, denk ik. Ik wist dat het stenen tijdperk nooit meer terug zou komen, maar toch waren de Flintstones me liever dan de Jetsons. Die toekomst interesseerde me niet zo. Vaak dacht ik: het zal wel.
Natuurlijk hoor ik ook bij de 4,5 miljoen Nederlanders die Sven Kramer zaterdagmiddag goud zagen winnen. Prachtige gang van zaken: Sven Kramer die kort voor aanvang op de fiets bij het stadion arriveert, een paar rek- en
Als iemand een gesprek met je begint, terwijl je aan het eten bent en de ander niet, wordt zo’n gesprek meestal niets. Denk bijvoorbeeld aan eten op straat. Je bent in de weer met een zak frites of een haring en een vriend of kennis spreekt je aan. Kan gezellig zijn, maar is ook moeizaam. Je moet je aandacht verdelen en dat heeft vaak iets ongemakkelijks. Is een kleinigheid, maar ik dacht eraan toen ik las dat president Poetin eergisteren een Olympische eetzaal binnenkwam waar de shorttrackschaatssters Yara en Sanne van Kerkhof een boterham zaten te eten.
Bij veel sta ik te weinig stil. Bijvoorbeeld dat het een kwaliteit is als je beslissingen durft te nemen. De laatste dagen las ik een paar artikelen over de nieuwe staatssecretaris van Financiën, Eric Wiebes, de opvolger van Frans Weekers. Dat doe ik vooral omdat het me interesseert wat zo’n staatssecretaris om handen heeft. Ja, hij gaat over de Belastingdienst en daar heb ik dikwijls mee te maken. Die dienst weet meer van mij dan ik van de dienst. Wel snap ik dat er veel mis is, maar wat dat is, kan ik niet samenvatten.
Als ik brood eet, besef ik nooit dat er broodverbeteraars in zitten. Dat moet, anders is het niet mals genoeg. Vanavond wordt in het televisieprogramma Keuringsdienst van Waarde bekendgemaakt dat er in die broodverbeteraar Chinees mensenhaar kan zitten. Of eendenveren. Als ik moest kiezen, zou ik zeggen: doe mij dan maar eendenveren. Misschien ben ik nu te vlug, want een hotemetoot in de broodwereld zegt dat het allemaal niet zo’n vaart gaat lopen. Hij gebruikt het woord `onwaarschijnlijk’.
Een jongetje van zes was ik toen ik voor het eerst van mijn leven een groot en groots vertoon van vlaggen meemaakte. Plaats van handeling: het Goffertstadion in Nijmegen. Manifestatie: de Vlaggenparade aan de vooravond van de Vierdaagse. Ik was er met mijn vader heen gegaan. Die had gezegd dat de hele wereld zich in het stadion zou presenteren. Ik had toen nog geen idee van wat de hele wereld was, dus ik geloofde hem. En ik raakte zwaar onder de indruk. Vertegenwoordigers van deelnemende landen marcheerden trots door het stadion.