Waar ik me vaak aan erger is mijn afhankelijke opstelling in bijna iedere zorginstelling. Ineens kan ik niets meer en vraag ik dingen een keer of tien, voor de zekerheid. Deze week haalde ik medicijnen op bij de apotheek. Op ieder doosje staat hoeveel je ervan moet nemen en als het van belang is, ook wanneer. Dan vraag ik: “ Dus vóór het slapen gaan een hálf tabletje.” Staat erop, ik lees het want dat kan ik, maar toch. Maar toch wat? Ja, voortdurend nerveus iets niet volstrekt volledig te begrijpen.
Het fijne hoef ik er niet van te weten en het is ook geen discussie die onze volle aandacht opeist, maar waar het op neerkomt is dat wanneer mannen griep hebben, ze er iets ernstiger over doen dan vrouwen. Ze zuchten bijvoorbeeld nogal nadrukkelijk. Ik weet het natuurlijk niet zeker (ik weet bijna niets zeker), maar denk dat mannen inderdaad wat moeizamer met dit soort ongemakken omgaan. Daar zal vast een verklaring voor zijn, maar met iedere verklaring begeef je je op glad ijs.
Toen ik deze week hoorde dat de Kijkshop ermee stopte, merkte ik dat ik niet wist hoe lang de winkelketen had bestaan. Kan ook niet zeggen dat het voor mij het einde van een tijdperk betekent. Het was een winkel waarmee ik nauwelijks iets had.
Je doet er tegenwoordig langer over volwassen te worden. Langer dan wanneer? Dat weet ik ook niet, maar Australische wetenschappers schrijven erover in een toonaangevend tijdschrift. Kun je zeggen, nou ja, Australië, maar ik vind het iets om over na te denken. Wanneer vond ik dat ik volwassen was? Ik geloof niet dat me een duidelijk moment bijstaat. En als ik heel eerlijk ben vraag ik me soms af of ik wel van a tot zo volwassen geworden ben.
De Franse president Macron heeft het de laatste tijd druk met beroemde doden. Dit weekend overleed de wereldvermaarde kok Paul Bocuse. Macron: “De chefs huilen in hun keukens, in het Élysée en overal in Frankrijk. Maar ze zullen zijn werk voortzetten.” Mooi hoor, de chefs die in hun keukens huilen. Zou onze premier dat kunnen zeggen als een Nederlandse topkok was doodgegaan? In het Frans klinkt het trouwens meteen anders, dramatischer, je ziet de huilende koks voor je.
Sommige veranderingen in je leven bereid je voor. Bijvoorbeeld door een studie. Of door lang na te denken over een andere baan en dan die baan kiezen. Of door ergens heen te gaan, een ver land, om een nieuw leven te beginnen. Ik noem maar wat, er zijn tientallen mogelijkheden.
Natuurlijk had hier gisteren een stukje over de storm moeten staan, maar dat had ik dan op de dag van de storm moeten schrijven en toen zat ik vanwege die storm vast op Utrecht Centraal. Ik arriveerde daar om half 11, was op doorreis en moest uitstappen en pas ’s avonds om half 7 kon ik weg, in een taxi waarvoor ik heel veel geld moest betalen. Waarom bleef ik er zo lang? Nou, telkens werd er beloofd of gesuggereerd dat er dan en dan weer treinverkeer mogelijk zou zijn, maar dat was niet zo.
Er zijn woorden en uitdrukkingen die een kort leven leiden en daarna onder het zand van de tijd verdwijnen. Meestal is te begrijpen waarom, bijvoorbeeld vanwege te weinig zeggingskracht of te modieus. Ik weet bijna nooit hoe lang iets geleden is, maar ik herinner me dat we bij het afscheid vaak `de ballen!’ riepen. Sommigen maakten er `los ballos’ van en dan moest je een beetje op je hoede zijn, voor de volgende keer dus.
Altijd als ik iets lees over pesten, denk ik aan de pesters uit mijn latere schooljaren. Tijdens de zes jaren op de lagere school zullen ze er vast ook geweest zijn, maar ik herinner me er geen. Misschien had ik het veel te druk met mijn prille verkenningen van mijn jonge leven. Ja, dat is het: woorden leren en leren schrijven, ik begon aan een eigen wereld op papier. Over die wereld liep ik de hele dag te dromen. Het kost me geen moeite me op die school rond te zien lopen en in de kleine wereld tussen school en huis. Pesters hadden geen vat op me.
Soms weet je niet waarover je mee mag praten en waarover asjeblieft niet. Eergisteren was er een televisieprogramma dat Wat verdien je? heette. Heldere titel. Twee panels moeten raden wat drie deelnemers verdienen. Ik was niet thuis, maar als ik dat wel was geweest, had ik de televisie niet aangezet, nee zeg.