Als de NS waarschuwt dat reizigers rekening moeten houden met vertragingen (`pittig najaar’) is het heel erg menens. Onaangekondigd deed zich voorheen al veel oponthoud voor en door het nu van tevoren te zeggen, lijkt het legitiem: “Niet zeuren, u wist ervan en moet ons er verder niet mee lastigvallen.” Al eerder suggereerde ik het: je wilt ergens heen en graag ook per trein om wat voor reden dan ook, ga dan gewoon naar het station, plan alsjeblieft niks, beloof niemand dat je op tijd komt en wacht rustig af.
Wie Dikkie Dik is, weet ik. Ja nou! Tijdens zeer jeugdig familiebezoek speelt deze rode kater een prominente rol: met volle aandacht de boeken bekijken waarin zijn avonturen getekend zijn, kleine verhaaltjes met een behapbare thematiek. In de begintijd van mijn leven moeten er ook boeken zijn geweest die me wegwijs maakten in mijn piepkleine wereld, maar daarvan herinner ik me er geen. Ja, Flipje uit Tiel, maar toen was ik al een jaar of vier. Mijn vader las de verhaaltjes voor, ik keek naar de plaatjes.
Al ruim veertig jaar lukt het me te werken zonder dat iemand zegt wat ik moet doen. Zeer Zelfstandig zonder Personeel. Ja, dagelijks een column naar de krant sturen, maar dat is geen verplichting, dat hoort bij mijn manier van leven. Ik heb ook afspraken met mijn uitgever en een radioprogramma, maar dat zijn omstandigheden waarover ik me alleen maar verheug. Mijn moeder gebruikte graag het woord `boffen’. Ik bof.
In het actualiteitenprogramma op de radio werd gisterochtend iets na half 8 overgeschakeld naar een basisschool in Den Bosch. In regio zuid is het nieuwe schooljaar begonnen en de school in Den Bosch was uitgekozen om dat te vieren. De staatssecretaris kwam en er werden ballonnen bezorgd. Ook werd meester Jan geïnterviewd, al levenslang in het onderwijs werkzaam, gepensioneerd, maar hij sprong nog steeds graag in en zei dat hij altijd wat zenuwachtig was op die eerste dag. Hij kon niet goed uitleggen waarom, maar dat hoefde ook niet, het was best te begrijpen.
Weer een tijdperk dat is afgesloten. Zeggen we vaak over tijdperken, maar er zijn er ook veel. Nu een vol legendarische namen, allemaal verbonden met tragiek en schandalen, ook onvoorstelbaar geluk, maar vooral verwoestende relaties en veel schemerige incidenten, Romy Schneider, de zangeres Dalida, Nathalie Delon, Mireille Darc, de lang piepjong gebleven Jane Birkin. Ja, de Franse acteur Alain Delon is gisteren overleden, 88 jaar. Je moet er meteen bij zeggen: getrouwd geweest met de Nederlandse Rosalie van Breemen, maar liefst 31 jaar, lang voor Alain Delon.
Een vrolijke foto die je bijblijft. Dinsdag kwam die ons onder ogen: al die blije en trotse Olympische sporters op het bordes van het paleis rond de lachende koning en de koningin. We herinneren ons een andere foto, ook op dat bordes gemaakt, niet zo lang geleden: het nieuwe kabinet met die doodlopende uitstraling. Foto ging naadloos over in dat beschamende Kamerdebat en daarna werd het zomer of wat op een zomer leek.
Zal vast bij de woorden van het jaar 2024 gaan horen: treinrukker. Ik reis vaak per trein, maar ik heb er nog nooit een gezien. Kan zijn dat ik niet goed heb opgelet, meestal zit ik te lezen of staar ik naar buiten, diep in gedachten verzonken. Ben trouwens blij dat ik dat er nog niet mee ben geconfronteerd, want ik zal het een allesbehalve fascinerend tafereel vinden. Ik kan best avontuurlijk denken, maar hier ontgaat me wat er aantrekkelijk aan is. Voor de treinrukker zelf dus. Ja, je moet het uitdagend vinden mensen met je gedrag lastig te vallen.
Wat me tegenstaat, is in een ziekenhuis in het restaurant te gaan zitten. Of restaurant, groot woord: restauratie. Liefst wil ik meteen weg uit het gebouw. Er wordt daar prachtig werk verricht, ik heb er grote bewondering voor, maar alles benauwt me, zeker het vooruitzicht dat ik daar zelf komt te liggen, wat natuurlijk niet zeker is, maar wel enorm mogelijk.
Het hoort bij de zomer: op een bevriend huis passen. Niet zozeer op het huis, maar op wat daarin of daaromheen leeft, planten en vooral de poes. En natuurlijk van de kranten een stapeltje maken en de post ordenen, als daar sprake van is.
Aan de tips die we krijgen om ons te wapenen tegen de hitte, voeg ik graag toe dat het ook helpt als we denken aan de natte, kille eerste helft van het jaar, toen we haast niet konden ophouden daarover te klagen. En hoe we verlangden naar `een echte zomer’. We werden een paar keer per dag enorm nat en overal waar we kwamen rook het naar regenjassen en sjaals die over de verwarming lagen te drogen. Je wist ook niet meer hoe je moest reageren als je een van je buren tegenkwam die op volle kracht over het weer begon te praten.