Misschien vreemd, maar ik vind het zielig voor de heer Spekman. Opstappen nu zijn partij het slecht gedaan heeft. Niet meteen, nee, op 7 oktober. Dan heeft hij nog een lange tijd te gaan, terwijl iedereen denkt: daar loopt een opgestapte man die over een halfjaar echt opstapt.... lees meer
In de Pers
Recent
Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd
Dienst
Ah, handig van Greenpeace. Ik moet de brief nog krijgen, maar weet wat erin staat: mijn jaarlijkse bijdrage wordt automatisch verhoogd. Dat geld geef ik vrijwillig. Met die verhoging moet ik het dus ook vrijwillig eens zijn. Helder. Als dat laatste niet het geval is, moet ik dat binnen een maand telefonisch doorgeven. Het is een gang van zaken die me tegenstaat en nu ik daarover nadenk, alsjeblieft niet te lang, besef ik dat het vooral komt omdat ik niet houd van telefonisch contact. Met sommige vrienden gaat het prima, maar meestal wil ik alleen maar telefoneren om een of twee zinnen uit te wisselen en dan is het klaar. Naar een organisatie bellen vervult mij met weerzin. Krijg je bijvoorbeeld een keuzemenu te horen en het toeval wil dat mijn keuze er haast nooit bij zit en dan kies ik dus maar iets en moet ik een kwestie aan iemand voorleggen die daar niets mee kan. Of beluister ik de mededeling dat alle medewerkers in gesprek zijn en of ik even wil wachten. Om dat wachten te ontmoedigen komt er dan een muziekje dat je met mensenhaat vervult. En het is haast nooit `even’. Ik kom altijd in een tweede muziekje terecht dat nog erger is dan het eerste. Zou er over die muziekjes vergaderd zijn. Dat iemand zei: `Dat leert ze wel af ons te bellen!’ Ik word niet snel kwaad, maar van dat muziekje wel. En ook van een keuzemenu. En ook van de vraag `Waarmee kan ik u van dienst zijn?’ zonder dat de vragensteller iets te bieden heeft dat ook maar een kleine beetje op een dienst lijkt. Greenpeace stuur ik dit stukje.
Columns
-
-
Altijd als ik iemand hoor zeggen dat hij niet in mijn of onze portemonnee kan kijken, denk ik: zeg alsjeblieft wat anders. Natuurlijk wordt niet de portemonnee als ding bedoeld, ik moet het breder zien, maar toch.
In mijn omgeving is de portemonnee tamelijk zeldzaam. Een pa... lees meer -
Als ik een stuk of tien brieven op de deurmat zie liggen, voel ik fijne blijdschap. Helaas zijn de brieven steeds vaker niet voor mij bestemd, maar voor de buren een eindje verderop of voor buren die nog wat verder wonen. Ik ga die dan bezorgen en terwijl ik dat doe, vind ik kr... lees meer
-
De stralende en monter stemmende aanwezigheid van Dionne Stax kan natuurlijk niet lang genoeg duren, maar ineens ben je toch blij dat het allemaal voorbij is.
-
Het voelt een beetje aan als een jubileum, zonder dat ik dat gevoel kan onderbouwen. Ik heb het over mijn wandeling naar het stemlokaal. Voor de hoeveelste keer maak ik die? Dat is natuurlijk uit te rekenen, maar daar heb ik vandaag echt geen tijd voor, zeker niet voor die wande... lees meer
-
In een tankstation probeer ik meestal niet om me heen te kijken. Behalve dat ik een beetje in de war kan raken, wil ik ook ineens van alles kopen, ja, wat veel mensen shoppen noemen, dus koortsachtig dingen aanschaffen die ik niet nodig heb, bijvoorbeeld een geinig beertje met... lees meer
-
Zweven doe ik nog maar een beetje. Ik denk bijna zeker te weten wat me overmorgen te doen staat. Bijna dus. En als we over een maand of zes een nieuwe regering hebben – ik ben optimistisch van nature, ga ik aan de nieuwe premier een brief schrijven. Misschien is die premier wel... lees meer
-
Al heel lang geleden ben ik opgehouden met het maken van boodschappenlijstjes. Meestal stelde ik in de winkel of op de markt vast dat ik het vergeten was en dan leek het alsof mijn geheugen qua boodschappen een volstrekt lege ruimte was. Had een ontmoedigende uitwerking op me.... lees meer
-
Als de trein een station nadert, wordt het altijd duidelijk omgeroepen: “Denk bij het verlaten van de trein aan uw persoonlijke eigendommen.’’ Dat persoonlijke hoeft er niet bij, maar je bent een kniesoor als je dan gaat stampvoeten.
-
Braaf! Dat is het woord dat me het eerst te binnen schiet, als de hond van een vriendin over haar tuinpad naar me toe stormt om luid blaffend tegen me aan te springen. Het woord ken ik uit de periode dat ik zelf een hond had, inmiddels alweer lang geleden.
-
Al een paar dagen zit het Wilhelmus behoorlijk in mijn hoofd. Dus sinds de heer Buma erover begon en hij daar vervolgens voor op zijn donder kreeg. De heer Buma zag graag dat het op school werd geleerd en dat iedereen er ook bij ging staan. De heer Roemer vond het een beter idee... lees meer
-
Als we aan het eten zijn zien we er nooit op ons best uit. Dat is niet zo erg, want iedereen vertoont hetzelfde probleem, zodat je je kunt afvragen of je het een probleem moet noemen.
-
Als ik het woord `wijkagent’ lees, wat niet zo vaak gebeurt, denk ik altijd aan een ontmoeting met de wijkagent uit mijn kindertijd, eind jaren vijftig.
-
Goed woord: wijverig. Ik hoorde het Eva Jinek eergisteren zeggen. Ik word een steeds grotere fan van Eva Jinek. Ze zei het tegen het tamelijk weerzinwekkende personage Jan Roos.
-
Op mijn bureau staan nog steeds de drie delen van het Groot Woordenboek van de Nederlandse Taal. De Van Dale dus. Die raadpleeg ik nog maar zelden, ook omdat er van alles op ligt, papieren, boeken, knipsels. Moet ik er dan eerst af halen en terwijl ik dat doe, ga ik erover naden... lees meer