Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Claxon

De slagerij is populair, daarom hangt er een voorziening waaruit je na binnenkomst een nummertje moet trekken, ook als het er niet vol is.
Ik heb het één keer gevraagd, ik was de enige klant: “Is een nummertje toch nodig?”
Een van de vrouwen die de zaak bestieren, maakte korte metten met mijn vraag: “Het ding hangt er niet voor niets, meneer.”
Ik knikte, geen speld tussen te krijgen.
Nu is het er ook niet druk, klant of vijf, een met een kind aan de hand, een schraal jongetje met verdrietige ogen. We wachten geduldig met onze nummertjes voor de toonbank waarop twee vitrines vol kleine specialiteiten staan, met aan beide een kaartje `Fijne Feestdagen’. 
Dan beent een man de winkel binnen die je al in de gaten hebt voordat je hem hebt gezien, een verschijning die alle ruimte nodig heeft. Hij stelt zich zeer aanwezig voor de toonbank op, grijs trainingspak, grauw gelaat, glimmend kaal hoofd, min of meer nekloos. Hij heeft geen nummertje.
Een van de vrouwen achter de toonbank ziet dat: “We trekken hier een nummertje, meneer.”
Met zijn ogen schopt de man deze woorden naar een verre verte: “Kan wel zijn, maar ik heb geen uren de tijd.” Stem als een claxon.
Een van de vrouwen heeft zo’n beetje de leiding. Dat zie je, zonder dat je kunt zeggen hoe. Ze is zonnebankbruin, heeft borende ogen en haar haar heeft ze verzameld in een soort knot die wilskrachtig uiteen spat. Ze zegt: “Laat mij maar even. Dan is het ook zo weer voorbij.” 
De man ziet dat ze hem van dienst is, hij wijst en claxonneert: “Doe er daar maar twee van.”
Even later is de vrouw met het jongetje aan de beurt. Die krijgt meteen een plakje worst: “Voor de kleine meneer.” O, wat gun ik hem een toekomst met een nek en manieren.