Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Gepiept

Er zijn van die woorden die maar even een rol spelen in de volle tijd die ons leven is. Hitteplan bijvoorbeeld. Wordt in deze fase van het jaar niet uitgesproken, pas over een maand of zes weer. Pakjesavond. Vorige week nog actueel, nu bijna vervaagd. Ik geloof niet dat mensen die elkaar met Kerstmis cadeaus geven, het over pakjesavond hebben.
Hier in huis wel, nog even, want de surprises die de cadeaus aankondigden, staan nog in de kamer. Ligt aan mij. Ze moeten weg natuurlijk, maar aan sommige is veel werk besteed en dan vind ik het wreed die een paar dagen later al tussen de vuilniszakken te zetten. Maar ja, wat moet je ermee? Zondag was het hier pakjesavond. 
Een prachtig pianotoetsenbord van karton, een aquarium met op de bodem een vis waarin het gedicht zat, een onderbeen vol bloedige wonden, voor mij bestemd. Dingen waarvan de betekenis steeds minder betekenisvol en helaas ook minder grappig wordt. Morgen maar de straat op.
Ik zette de speaker die bij mijn bureau hoort, weer terug in mijn werkkamer. Wat deed die op pakjesavond?
Ik kreeg een gedicht dat gezongen werd, goede zanger, goede band, een lekkere blues. Het gedicht was ook bijna een lied. De zanger en de band bestonden niet. Allemaal ChatGPT, een afkorting die een woord is geworden dat ik nog min of meer moet leren uitspreken.
Allemaal simpel blijkbaar: je geeft ChatGPT de tekst en de opdracht voor een lied, beetje Huub van der Lubbe, beetje Boudewijn de Groot, en in een mum van tijd is het gepiept.
Terwijl uit de speaker Bach klinkt, echt Bach, echte cello, merk ik dat ik toch last heb van het pakjesavondlied. Ik heb er helemaal geen zin in dat dat kan. En terwijl ik dat beken, weet ik dat ik belachelijk ben.