Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Geprik

“Ja, je bent natuurlijk een kwetsbare jongen.”
Mijn huisarts zei dat tegen me en hoewel het misschien lastig is kwetsbaar te zijn, was ik best tevreden over die woorden. Ik hoor ze mijn huisarts graag zeggen, aardige vrouw die het goed met me voorheeft.
Gaat iets aan vooraf: ik kwam een jonge collega tegen die ik al een tijdje niet zag. Ze vertelde dat ze gordelroos had gehad en keek daar pijnlijk bij. Ik zei dat ik die ziekte niet kende, ja, wel van gehoord natuurlijk, maar zelf geen ervaring mee.
“Dat is maar beter ook,” zei ze.
Bij medische praatjes kan ik niet altijd scherp mijn gedachten houden, maar nu luisterde ik aandachtig. Aan het slot van haar uitleg zei ze: “Wens ik je niet toe.”
Met die wens in mijn hoofd las ik die avond in de krant dat het in mijn woonplaats druk was bij de GGD, allemaal mensen die een vaccinatie tegen gordelroos kwamen halen.
Wist niet dat het heerste.
Daarom begon ik erover bij mijn huisarts. Toen zei ze het dus. Dat ik `natuurlijk’ een kwetsbare jongen was. Kwam doordat ik in het begin van het jaar behóórlijk ziek was. Misschien verstond ik het niet goed, wilde ik het alleen maar horen. Doet er niet toe: ze vond dat ik me moest laten vaccineren. Ze schreef een recept uit en zei dat ik me met het middel bij haar assistent moest melden.
Deed ik. Hing een prijskaartje aan waarvan ik opkeek. De assistent was ziek en een student medicijnen verving haar. Hij zag het medicijn voor het eerst, twee piepkleine flesjes waarvan de inhoud mijn schouder in moest. Ik kreeg de indruk dat hij dat ook voor het eerst deed. Ik houd niet zo van geprik in me en ik wist weer waarom, ja nou.
“Hoorde dat het ook tegen dementie helpt,” zei hij. Klonk als een troostprijs.