Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Pechlocatie

Als iets vervelend is of storend of tegenvalt, probeer ik eerst te doen alsof dat niet zo is, tegen beter weten in. Gaat over apparatuur, materiaal dat je leven makkelijk moet maken, laat ik zeggen: technische kwesties.
Ik heb dat, geloof ik, van mijn moeder. Die weigerde bijvoorbeeld toe te geven dat een apparaat het niet meer deed. Er was wel iets mee, maar ja, dat moesten in de winkel maar onderzoeken. Met die instelling meldde zich bij een verkoper. Ze leidde de gedachtewisseling in met: “Ik snap het echt niet. Ik heb er niets verkeerd mee gedaan.” Soms ging het om een apparaat dat al zes jaar oud was.
Mijn moeder was onweerstaanbaar charmant en het kwam voor dat de winkelier een nieuw apparaat thuis kwam bezorgen, gratis.
Mij is het nooit gelukt zoiets klaar te spelen, maar ik heb haar neiging praktische ellende lang te ontkennen 
Ik rijd in de auto op een stille weg en als ik ineens rook om me heen zie, houd ik mezelf voor dat het mist is, gewoon mist, hoort bij de tijd van het jaar. Sfeervol. Maar de mist begint onheilspellend te ruiken en kruipt ook de auto binnen, dwars door het nieuwe album van de Stones heen. Die staat lekker hard.
Ik draai de walmende auto een soort parkeerplaats op, heb geen zin de motorkap te openen, uit angst voor bar slecht nieuws, en bel de wegenwacht. Een vriendelijke vrouw en ik praten even over mijn klacht en `de pechlocatie’. Ze belooft dat er over anderhalf uur iemand komt.
De auto is uit 1993. Mijn moeder zou de garage hebben gebeld waar ze de auto toen kocht. Haar eerste zin begon met: “Zo raar, maar…” 
Ik sta voor een PC-depot. In de verte een kerktoren waarvan de klok kapot is. Mist trekt op. Namiddag. Leven wordt klein. Wintertijd.