Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Regen

Wanneer het over uitslapen gaat, denk ik altijd: dat komt later wel. Als kind dacht ik er dan achteraan: als ik groot ben. Maar die tijd is helaas voorbij. Ik doe het bijna nooit, omdat ik veel te veel zin in van alles heb en er bovendien van alles moet gebeuren. Kan allemaal heus wel wat minder, maar ook dat komt later wel.
Zaterdag was ik in een uitzondering verzeild geraakt. Vanuit mijn warme bed hoorde ik het onbarmhartig regenen en graag val ik in slaap bij het geluid van harde regen, daarom vond ik: waarom zou ik dat nu ook niet doen?
Die zachte sensatie duurde maar kort, want ineens schoot door me heen: SDZ, Samenwerking Doet Zegevieren, de voetbalclub aan de rand van de stad, de innige banden die ik met de 12-jarige verdediger heb. 
Ik wist dat ze thuis speelden, moest ik dan niet? Ik stuurde een berichtje: “Gaat zeker niet door. Volgende keer beter.” Leek me een prima tekst, maar voordat ik me lekker kon omdraaien, kwam er een bericht terug: “Gaat door. Veld 3.” Vooral de specifieke informatie over de locatie was best dwingend.
Uitslapen kan later nog genoeg, snelle douche, huphup op de fiets, net doen alsof het helemaal niet hard regent, langs de oliebollenkraam, door het park, onder de brug door waar bokstraining wordt gegeven, en maar tien minuten te laat achter het hek van Veld 3. Een voetbalmoeder geeft de stand door: 2-0 achter. 
Je gaat dan, doornat, in montere clichés praten: “Niks aan de hand! Er kan nog van alles gebeuren!”
Vijf jaar geleden stond ik daar voor het eerst, maar het zijn nu geen kinderen meer, grote jongens die zich met grotere ernst over het veld bewegen.
Gelukkig mag ik na afsloop nog kalmerend troosten. Als niemand het ziet natuurlijk.