In de Pers
Recent
Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd
Snuivend
De meeste woorden die met de winter te maken hebben, hoor ik graag. Bijvoorbeeld: ijspret. Of: de ijzers, in de zin `Nederland bindt de ijzers onder’. Op eerste kerstdag bleef het stil, maar gisteren was het kersen plukken.
De Winterswijkse IJsvereniging hoort natuurlijk ook bij die woorden. Die is er altijd razendsnel bij: eerste marathon op natuurijs.
Wel gromt er ook licht zelfverwijt in me. Dat is er altijd aan de hand als er sprake is van ijspret. Voor mij is dat helaas een theoretische gang van zaken. Ik ben niet geschikt voor een glad oppervlak, terwijl ik het allemaal op volle kracht heb geprobeerd, schaatsen, skiën, noem maar op, maar altijd kwam ik in een zeer onwenselijk tafereel terecht.
Ben best een doorzetter, ook qua ijspret, maar je kunt doorzetten tot je een ons weegt: als het écht niet lukt, lukt het ook echt niet.
Heb ik ook met sommige zaken die ik wil begrijpen, kwantummechanica, ik noem maar wat. Op een dag moet je toegeven: is niet voor me weggelegd.
IJspret is iets anders dan kwantummechanica, maar toch.
Ik herinner me een sportieve oom die altijd rode wangen had en voor iedere zin een kort snuivend geluid maakte. Die zorgde dikwijls voor onrust in het ouderlijk huis. Zat ik op een dag als vandaag in een hoekje te lezen en dan hoorde ik zijn striemende stem: `Een echte Hollandse jongen staat nu op het ijs!’
Kwam hard aan, want het leek me fantastisch een echte Hollandse jongen te zijn, maar ja, hoe werd je dat als je niet kon schaatsen? Denk ik nog steeds soms over na.
Eerste kerstdag fietste ik naar het kerstdiner, ijskoude wind tegen, druipneus. Was dus hartstikke goed bezig. De sportieve oom leeft niet meer, maar ik stak stoer mijn duim naar hem op.
