Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Voorbij

Eind 1963, misschien iets later, kreeg ik van een aardige tante twee affiches cadeau. Net 11 was ik. Affiches is een groot woord: het waren uitvouwbare middenpagina’s uit de Libelle, foto’s van Anneke Grönloh en Rob de Nijs.
“Voor op je kamer,” zei de tante. 
Anneke Grönloh hield olijk een trompet vast en Rob de Nijs zat op een barkruk en keek zoals een beroemd wordende zanger behoort te kijken: indringende blik, minzaam glimlachje. Iedereen kende hen, ze hoorden bij het keurige amusement van die kalme tijd.
Bij mijn moeder was het eerste succes van Rob de Nijs, Ritme van de regen, erg populair. Ze zong graag, terwijl haar stem daar niet echt geschikt voor was, maar daar trok ze zich niets van aan, intégendeel.
Van Ritme van de regen zong ze alleen de eerste regel: `Zachtjes tikt de regen op m’n zolderraam’. Daarna was het vooral lalala en hier en daar wat eigen tekst. Nooit heb ik van haar de tweede regel gehoord: `’t Ritme van de eenzaamheid’. Misschien omdat ze dat wat véél vond.
De affiches hing ik op om mijn tante een plezier te doen. Ik voelde best bewondering voor de twee Bekende Nederlanders, maar had er verder niet zo veel mee. The Beatles waren mijn leven binnen geknald. Elvis rockte daar al en ja, dan is er weinig ruimte voor Anneke Grönloh en Rob de Nijs.
Is altijd zo gebleven, wat niet wegneemt dat de dood van Rob de Nijs me bedroefd stemt, want ik zag en hoorde al die jaren, en het waren er nogal wat, hoe ontzettend goed hij was. Topkwaliteit ja. En dan ook nog een bescheiden en aardig mens.
Mooi in alle woorden die hem herdachten er twee tegen de komen die je nauwelijks meer hoort: tieneridool en hartenbreker. Ze hebben iets goeiigs, woorden die voorbij zijn.