In de Pers
Recent
Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd
Perfecte stilte
Het verleden belt altijd twee keer
De verrukkelijke loomheid in de zoekende zinnetjes van Thomas Verbogt
Vrijdag 20 mei 2011 door Pieter SteinzVaak zijn de personages van Thomas Verbogt op zoek naar een antwoord op de vraag waar het mis is gegaan in het leven. Ook in Perfecte stilte gaat het weer over het opspelende verleden.Thomas Verbogt: Perfecte stilte. Nieuw Amsterdam, 208 blz. €18,50
Het laatste uur van de middag. Gebroken glimlach. De zomerval. Yesterday. Zo gaan die dingen. Verdwenen tijd.
De titels van de boeken van Thomas Verbogt (1952) maken duidelijk waar het in zijn oeuvre om draait: nostalgie, gemiste kansen, ontspoorde levens. Voorttobbend in hun dagelijkse leven, een kluwen van onbevredigende baantjes en moeizame relaties, proberen zijn personages te achterhalen waar het in het verleden is misgegaan. Of ze denken obsessief terug aan de gelukkige tijden die ze ooit gekend hebben, de ‘momenten van goud’, zoals ze heten in de roman Onze dagen (2001).
Ook Verbogts nieuwe roman, Perfecte stilte, gaat over het altijd weer opspelende verleden. Hoofdpersoon is de documentairemaker David Kromweg, een eenzelvige man die op 57-jarige leeftijd bepaald niet is losgekomen van de schaduwen van zijn traumatische jeugd. Zijn ouders verdronken bij de ramp met de veerboot Herald of Free Enterprise, zijn beste schoolvriend verdween spoorloos en zijn veertienjarige buurmeisje pleegde voor zijn ogen zelfmoord – tijdens een gezamenlijk spel dat hij omschrijft als een ritueel: het van het ene dak naar het andere springen.
Kromweg gaat gebukt onder schuldgevoel; niet omdat hij zich verantwoordelijk voelt voor de val van het meisje, maar omdat het hem eerder aan de moed ontbrak om het meisje te redden uit de klauwen van de mannen die haar leven tot een hel maakten. ‘Er was iets gestopt in mijn leven, wat iets anders is dan voorbij,’ schrijft hij. En: ‘Over alles wat erg was, wilde ik niet praten, omdat het dan nog erger werd.’
Losse schroeven
Dat laatste verandert wanneer hij bij toeval de moeder van het meisje tegenkomt: een vrouw die zijn leven op losse schroeven zet met haar opmerking dat hij zichzelf eens moet leren kennen (‘Ik wil niet zeggen dat je daarvoor leeft, om jezelf te leren kennen, maar het hoort er wel bij’). Niet lang na die ontmoeting wordt hij bovendien slachtoffer van zinloos geweld. Of beter: hij wordt in elkaar geslagen in een steegje – met de Verbogtiaanse naam In ’t Laatste Licht – wanneer hij probeert een vrouw van een verschrikkelijke mishandeling te redden. Een goedmakertje voor wat hij verzuimd heeft in het verleden.
Zo belandt Kromweg in het ziekenhuis, en in een three-quarterlife crisis, waaruit hij ontsnapt door eindelijk weg te gaan bij zijn vriendin, ‘niet vanwege ruzie, niet omdat ik woedend was, maar omdat ik wanhoop voelde die ik niet kon verklaren.’ Aan het eind van het verhaal begint hij iets moois met de vrouw die hij alleen van veraf heeft gezien In ’t Laatste Licht. Anders dan in de meeste serieuze boeken, laat Verbogt de lezer achter met een happy end.
Maar daar gaat het niet om in Perfecte stilte. Thomas Verbogt is nooit een meesterplottenbakker geweest, zoals ook al bleek uit verder geslaagde romans als Het ongeluk (2003, over een pathologische fantast) en Verdwenen tijd (2009, over verdrongen herinneringen). Veel belangrijker is de sfeer die hij oproept – een verrukkelijke loomheid, een zen-achtige melancholie – en het proza waarmee hij dat doet. Zijn simpele, zoekende zinnetjes herinneren in de Nederlandse literatuur vooral aan K. Schippers en Remco Campert, die beiden geschreven zouden kunnen hebben wat de hoofdpersoon in Perfecte stilte tegen zijn vriendin zegt, als hij merkt dat ze hem liever niet in het ziekenhuis bezoekt: : ‘Ik zei: ,,Laten we het even zo zien: dit hier is mijn leven, buiten is het jouwe. Die levens hoeven we heus niet dagelijks te delen”.’
Bozige stiefdochter
Met Campert heeft Verbogt ook de fijnzinnige humor gemeen. Een schaterlach zal hij de lezer niet ontlokken, maar een glimlach is op veel bladzijden de standaardreactie. ‘Mensen moeten daar zuinig mee zijn, iets een leuk idee noemen,’ zegt Kromweg aan het begin van het boek. ‘Leuk idee! Opperste waakzaamheid is geboden.’ En lachbui die zijn bozige stiefdochter krijgt als ze hoort wat Kromweg een man kwaad tegen zijn vrouw hoorde zeggen, is aanstekelijk: ‘Ja maar ik ga daar niet voor Jan met de korte lul zitten.’
Natuurlijk biedt Perfecte stilte meer dan sfeer en humor. De roman is ook de uitwerking van de gedachte dat ‘juist in de terloopsheid verhalen onverwacht tevoorschijn [komen].’ Zoals Kromweg aan zijn vriendin probeert uit te leggen, hoef je maar de deur uit te gaan om in een ander leven te stappen: ‘Iemand vraagt je de weg en je loopt een eindje mee omdat je toch die kant op moet. En je voert een gesprek dat je nog nooit hebt gevoerd. Misschien blijkt het wel de liefde van je leven te zijn. Of iemand die je van vroeger kent…’ De lezer vermoedt dan al dat precies dat met David Kromweg gaat gebeuren.
Perfecte stilte is niet een roman die je leest met rooie oortjes van de spanning, of met het idee dat je een hemelschokkend nieuw inzicht krijgt in wat Thomas Verbogt in zijn dertigste jaar als gepubliceerd schrijver (zo meldt zijn uitgever) beweegt. Het is een well-written novel waaruit je als recensent blijft citeren, als je niet oppast. De prachtige alinea bovenaan bladzijde 25 – over snelheid en te laat komen – laat ik derhalve ongeciteerd. U kunt hem lezen in de boekhandel, net voordat u Perfecte stilte besluit aan te schaffen.