Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Afweging

Wanneer deed ik mee aan een wedstrijdje ver plassen? Moet het een keer gedaan hebben, want iedere jongen doet dat, maar ik graaf vergeefs in mijn herinneringen. Ik zal dus niet gewonnen hebben. Gisteren bepaalden leden van de provinciale staten de nieuwe samenstelling van de Eerste Kamer. Om me er een beetje bij betrokken te voelen, wat niet meevalt, las ik een interview met de fractieleider van de PvdA aldaar, Marleen Barth. Omdat ik nauwelijks meer iets met die partij heb, kon ik het onbevangen lezen. Ze is erg ontevreden over de campagne van haar partij bij de laatste verkiezingen en stelt vast dat veel vrouwelijke kiezers afhaken. Komt door de macho-uitstraling van haar partijgenoten. Vandaar het beeld van het ver plassen. Inderdaad, ik zie het de heer Samsom fanatiek doen. Uiteraard geeft ze ook de media ervan langs, want soms kregen lijsttrekkers maar 20 seconden om iets uit te leggen. Dat is inderdaad erg, maar zo werkt het. Laatst kreeg ik in een radio-interview de vraag of ik in drie (3) woorden wilde zeggen wat geluk voor me betekent. Maar ja, dan zoek je een ander podium. Ik ben nieuwsgierig naar de oplossingen die mevrouw Barth in gedachten heeft. Ik lees: `Het begint bij onszelf: waarom doen we dit?’ Dat uitgangspunt omarm ik. De vraag waarom we iets doen kan niet vaak genoeg gesteld worden. Toch wantrouw ik haar wilskracht. Op de vraag of ze vindt dat Diederik Samsom bij de volgende verkiezingen weer lijsttrekker moet zijn, antwoordt ze: `Die afweging is allereerst aan hemzelf.’ Bijna altijd is `afweging’ een camouflerend woord. Iemand die geen ja of nee durft te zeggen, zet het met een zuinig mondje in. Terecht wordt haar gevraagd of ze zelf een mening heeft. Mevrouw Barth: `Dit is niet het moment om het daarover te hebben.’ Zie je, denk ik dan, als je niet uitkomt voor wat je belangrijk vindt, wordt het niets. De vraag is dus: waarom doet ze dit?