Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Brombeer

Een vakantieprobleem waarbij ik niet stilstond is snurken, snurken op de camping. Daarover las ik een artikel. Misschien snap ik het niet goed, maar blijkbaar heeft de partner van de snurker op de camping meer last van het lawaai dan thuis. Het kan best zo zijn dat de vrije natuur het geluid versterkt. Ik ben een leek, want kampeer al een jaar of twintig niet meer. In het artikel komt niet aan de orde wat de beleving is van kampeerders die zich in de buurt van de snurkende recreant bevinden. Het gaat uitsluitend over de partner. Aan het woord komt een psycholoog die zegt dat de partner ook iets kan doen, namelijk niet zo negatief denken over het gesnurk. Door je ergernis kom je immers ook niet meer in slaap. En als je niet meer kunt slapen, terwijl de ander blijft snurken, erger je je nog meer en dan zijn de rapen gaar. Ik neem aan dat dit toch niet alleen voor de camping geldt, maar ook voor thuis. Op de camping kan de ergernis natuurlijk toenemen omdat je graag wilt uitrusten tijdens je vakantie. De psycholoog adviseert een positieve benadering, bijvoorbeeld dat je moet denken: `Goh, wat heb ik toch een fijne brombeer naast me liggen.’ Aanvankelijk valt dat niet mee, maar het is een kwestie van oefenen. Als je dat een tijdje doet, heb je er nauwelijks last meer van. Ik had het nog nooit zo bekeken en vroeg me af of ik dat advies ook buiten de snurkzone iets oplevert, zeg maar in het hele dagelijks leven. Vanochtend vroeg gaf ik als fietser een beetje krap voorrang aan een andere fietser. Die riep: `Kun je niet uit je ogen kijken, vuile tyfuslijer!’ Zijn stem was hard en het leek wel alsof de vroege ochtend die nog harder maakte. Ik kan me natuurlijk opwinden over zijn vraag, maar ook denken: `Wat prettig dat hij zich zo intens bezighoudt met het verkeersgedrag van anderen.’ Vanochtend dacht ik dat helaas te laat, maar misschien moet ik er aandachtig aan gaan werken.