Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Soepel

“Nou, ik zie je nog wel voor de jaarwisseling,” zei ik gisteren tegen een vriendin met wie ik een tijdje voor de supermarkt had staan praten.
Ze schudde tevreden haar hoofd. Dadelijk ging ze naar een huisje in de Achterhoek en kwam pas rond 6 januari terug: “Dan is al het gedoe weer achter de rug.”
Huisje in de Achterhoek. Mooie bestemming. Of ze alleen ging? 
Nee, met een paar vriendinnen. Die hadden allemaal geen zin in `al het gedoe’.
En ik vroeg me even af wanneer we begonnen de laatste dagen van het oude jaar en de eerste van het nieuwe `gedoe’ te vinden. Wat is het gedoe dan? Ja, een zekere mate van opgekloptheid, natuurlijk ook gevoelens waarmee we niet uit de voeten kunnen niet te vergeten: hoe te wensen? Zoenen, hand, omhelzing, één zoen? Gisteren stond er in deze krant een instructief artikel over. `De Brabantse drieklapper’ is niet meer per se noodzakelijk. Heb ik ook jaren beoefend, want dacht dat het zo hoorde, maar ik klapte nooit echt soepel, ook doordat ik me vanwege mijn lengte meestal voorover moest buigen. 
Voor de supermarkt zegt de vriendin dat ze moet gaan. Naar het huisje in de Achterhoek.
“Mooie dagen,” zeg ik. En wat nu? Moet ik de wens nog enige diepgang geven. Doe ik: “Begin het jaar voortvarend en optimistisch.”
Ze knikt: “Jij ook.”
En nu? Geen Brabantse drieklapper dus. Ik denk aan wat ik in deze krant las. Ik maak een zwaaibeweging en kijk haar aan. De krant schreef dat ik dat oprecht moest doen. Doe ik. “Met een positieve, warme blik.” Doe ik ook. Moet je trouwens mee uitkijken. Laatst zette ik ook die blik op en toen vroeg de ander: “Wat is precies de bedoeling, Thomas.” 
Altijd linke soep als iemand vraagt wat precies de bedoeling is!