Alles begon pas toen Sander bij ons kwam wonen, ook het begin van een nieuw leven. Ik was trots op zijn aanwezigheid. Op school zei ik dat hij mijn pleegbroer was. Dat woord kwam van mijn moeder, ik kende het niet, ik kende ook niemand met een pleegbroer of -zus. Af en toe zei ik Pleeg tegen Sander, wat hij leuk vond, Marleen belachelijk. Hij schreef het zelfs een keer onder een briefje dat hij voor me had klaargelegd: 'Ik doe de boodschappen wel! Pleeg.'
In september verschijnt Hoe alles moest beginnen, de nieuwe roman van de veelgeprezen auteur Thomas Verbogt (nominaties Libris Literatuurprijs, Boekhandelsprijs, ECI Literatuurprijs). Hoe alles moest beginnenis opnieuw een meesterproef van Verbogt. Een onweerstaanbaar verhaal over de liefde, de tijd, en de kracht van verbeelding. Een roman om in je hart te sluiten.
In het park herkent Daniël Timmer een oude dame die in een rolstoel wordt voortgeduwd. Toen hij zeventien was had hij een geheime verhouding met haar; zij was getrouwd en vijfentwintig jaar ouder. Zij herkent hem niet, ze is haar leven vergeten. Deze confrontatie veroorzaakt bij hem de vraag wat zijn eigen leven betekend heeft, waarom hij zich nooit heeft kunnen overgeven aan geluk, terwijl het geluk hem wel een paar keer omhelsde. Hij moet onderhand ergens thuiskomen en daar blijven.
Het kunnen maar een paar seconden zijn die je leven uiteindelijk bepalen. Iemand aankijken of juist niet. Ineens gekust worden op een zomerse dag. Meer hoeft het niet te zijn. Zo vergaat het de hoofdpersoon van deze roman, die jaren leeft met de herinnering aan zo’n moment. Maar de herinnering alleen is niet genoeg. Als de winter voorbij is is een verhaal over schuld en schaamte, en het besef dat we allemaal voorbijgangers zijn die elkaar even aankijken of aanraken. Een verhaal over de vraag waar het nu uiteindelijk om gaat: om de waarheid of de werkelijkheid.
De meest hilarische en onvergetelijke Sintverhalen van Thomas Verbogt Sinterklaas is een fenomeen dat Thomas Verbogt al levenslang fascineert. Graag neemt Verbogt hem waar, op straat, in huizen, winkels en buurtcentra, en meestal doet hij dat met aangename verbazing, want vaak is er iets aan de hand met Sinterklaas. Veel van die waarnemingen zijn korte verhalen geworden, die bij de feestverlichting in onze donkere dagen horen. Het zijn verhalen die typerend zijn voor het korte werk van Verbogt: hilariteit en melancholie gaan hand in hand, verbonden door verwondering.
De literaire entree van Frans Kusters, die vorig jaar op 63-jarige leeftijd overleed, was veelbelovend. In 1973 kreeg hij de Reina Prinsen Geerligsprijs en oogstte zijn eerste boek, De reis naar Brabant, vrijwel louter lof. Maar Kusters bleef een writer's writer: trouw uitgegeven, geliefd bij een select gezelschap. Brede bekendheid viel hem nooit ten deel.
Een vriend vraagt: `Had je het naar je zin in Dordrecht?’ Ik wil vragen hoe hij weet dat ik daar was, maar wat doet dat ertoe: hij weet het. Zelf heb ik ook een hekel aan de vraag hoe ik iets weet. Er kan veel tijd verloren gaan dat uit te leggen. Ik was inderdaad In Dordrecht. Op een aangename locatie moest ik voorlezen uit mijn boek. Een collega moest dat ook, uit het hare. Samen aten we vooraf oesters. De vriend die vraagt of ik het naar mijn zin had in Dordrecht, weet dat óók. Vandaar vooral zijn vraag.