Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Rood

Stille zondagochtend. Ik sta voor een stoplicht te wachten. Het is rood, daarom. Op de weg die de mijne kruist, is geen verkeer te zien. Waarom ik wacht, geen idee. Misschien vind ik het aangenaam. Rechts van me op de stoep staat een man. Hij heeft een driedelig grijs pak aan en onder zijn arm houdt hij een dunne aktetas geklemd. Het is niet ondenkbaar dat hij met belofte van een eeuwig koninkrijk van deur tot deur gaat. Hij mag oversteken, hij heeft groen licht, maar dat doet hij niet. Hij staart vriendelijk voor zich uit. Ik hoor achter me een fietser naderen. Hij passeert me en negeert het rode licht. De man met de aktetas roept: `Hé kale, het is rood!’ Hij roept het hard, wat op een stille zondagochtend extra opvalt. Nog een keer: `Het is rood, kale, zie je niet dat het rood is!’ Waarom maakt hij zo veel werk van deze overtreding? De fietsende man met de sterk geweken haargrens kijkt om en steekt zijn middelvinger omhoog. De man met de aktetas haalt zijn schouders op. Dit alles voltrekt zich binnen nauwelijks een minuut. Hoewel ik nieuwsgierig ben naar wat hij mij zou naroepen, ben ik blij dat ik het rode licht respecteerde, want ik heb geen zin uitgescholden te worden. Soms blijven scheldwoorden uren aan je huid plakken. De man met de aktetas komt nu naar mij toe en zegt: `De Postcodeloterij is een schande.’ Ik knik, maar dat doe ik omdat ik dat makkelijk vind. Het licht wordt groen. Als ik opgelucht mijn weg vervolg, roept de man: `Het zijn gore oplichters!’ Ik zwaai kordaat met een steunende vuist.

Columns

  • Het is een ouderwetse speelgoedwinkel. Voor de deur staat een beer met een zomers hoedje op die bellen blaast. Ik weet nooit of ik erbij moet melden dat het geen echte beer is. Ik kijk er graag naar, het is goed voor mijn humeur, ik zou zo’n beer best thuis willen hebben, midden... lees meer

  • Gek dat ik nu al niet meer weet hoe lang de smalle straat hier autovrij is. Nog niet zo heel lang, maar toch ook weer wel. Nou ja, niets is lang geleden. In ieder geval is het bijna onvoorstelbaar dat er ooit auto’s langs onze huizen reden, dat je moest uitkijken wanneer je de d... lees meer

  • Het Sinterklaasjournaal zag ik nog niet dit jaar. Maar te weten dat het er is, vind ik troostrijk. Ik stap wat later deze week in. Er is altijd iets aan de hand rond Sinterklaas, iets wat zijn aankomst kan belemmeren. Of er is wat kwijt. Ben liever met die kwestie bezig als die... lees meer

  • Wat me fascineert is waarom er in kleine politieke partijen altijd gedonder is. En niet zo’n beetje ook. Is in grote partijen ook aan de hand, denk aan het CDA, en dat is ook onsmakelijk, maar toch anders onsmakelijk dan bij kleine partijen. Ontremde bende is het daar meestal.... lees meer

  • De nieuwe Abba heb ik nog niet beluisterd. Zie er beetje tegenop. Bang dat die tegenvalt. Natuurlijk las ik er wel over en terwijl ik dat deed, kon ik me een voorstelling maken van de nieuwe liedjes die natuurlijk goed in elkaar zaten, sommige te zoet, wat mag, maar het merendee... lees meer

  • Dadelijk mag ik meedoen met het groot Dictee der Nederlandse Taal. Dat weet ik al enige tijd en zo nu en dan heb ik geoefend. Ik stuitte daarbij op een probleem dat ik destijds op school ook had: dat ik ga nadenken over wat de woorden in me oproepen in plaats van dat ik me conce... lees meer

  • Nuttig is het iets niet zo snel een probleem te vinden. Het bedrijf belooft dat de monteur tussen 8 en 10 komt. Ik wilde net opschrijven dat het probleem is dat er van deze belofte meestal weinig terechtkomt. Is begrijpelijk. Je bent niet de enige die de monteur moet bezoeken. M... lees meer

  • “Beter van niet,” zeg ik. Voor de supermarkt kom ik een kennis tegen die van knuffelen een manier van leven heeft gemaakt, bij begroeting, afscheid en ook vaak tussendoor, bij wijze van compliment of bevestiging. 

  • Gistermorgen in een rustig café: ochtendkranten lezen, koffie, broodje, zachte muziek, hier en daar gesprekken op bescheiden toon, je waant je even niet in dagen die door lawaai, drukte en haast opgejaagd worden. Daarvoor kun je ook thuisblijven, maar ja, je wilt ook meedoen met... lees meer

  • Je hoeft niet overal iets over te zeggen. Soms zoek je naar woorden die vast wel ergens zijn, maar die je niet kunt vinden. En als je vindt dat je toch wat moet zeggen: “Ik heb er even geen woorden voor.” Is niet erg. 

  • Als ik geld uitgeef, hoef ik dat in veel gevallen ook niet te doen. Ik heb het niet over levensmiddelen, hypotheek, gezondheidszorg, maar bezoek aan een restaurant is niet per se nodig, een boek ook niet, net zoals een kaartje voor een concert. Voor mij is het allemaal van gróót... lees meer

  • Je kunt het alleen maar in de winter zijn, maar het lijkt me fantastisch te weten dat je het bent: ijsmeester. Er zijn er te weinig, lees ik. De oproep je aan te melden voor een cursus is dringend: de eerste honderd aanmelders hoeven er niets voor te betalen.

  • Eerste bericht uit de buitenwereld kwam gisterochtend vroeg uit de radio: de kabinetsformatie had eerder nog nooit zo lang geduurd.

  • Wachtkamers van zorginstellingen vind ik moeilijke plekken. Het is de gespannen onrust die er heerst. Die is begrijpelijk, niemand zit daar van harte. En dan natuurlijk de stilte die er soms voor zorgt dat je niet meer weet waar je jezelf moet zoeken.

  • Sommigen van ons kennen het, een vriend die vraagt: “Zeg, heb je morgen een minuutje?” 
    Je knikt achteloos, je hebt morgen vast wel ergens een minuutje, misschien weet je niet waar, maar nee, geen probleem. 
    De vriend zegt: “Fijn. Ja, je weet dat mijn huis verbouwd wor... lees meer

Pagina's