Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Ambachtelijk

Waarom schakelt mijn goede humeur zich onmiddellijk uit wanneer ik in een supermarkt ben? In de wijk waar ik woon zijn er een paar. Ik kies voor de winkel met de brede gangpaden, want ik wil niet opgehouden worden door rugzakken die zich belemmerend voor je heen en weer bewegen. Ik ben ervan overtuigd dat ik tolerant ben, maar rugzakken in supermarkten veroorzaken bij mij een rare, felle stemming. Als het ding in het winkelwagentje ligt, geen punt, maar bijna altijd bevindt de rugzak zich op de rug. Waarom begin ik over de supermarkt? De eerste stond vlak na de oorlog in Nijmegen en in de jaren zestig kwam dit type winkel tot bloei. De bedoeling was dat kleine, karakteristieke winkeltjes om zeep werden gebracht en dat je als consument nogal compleet en vooral snel aan je trekken kon komen. Van dat laatste probeer ik een sport te maken. Razendsnel er weer uit! Er dient zich echter een verandering aan, een verandering die als een vernieuwing wordt beschouwd. Je kunt er binnenkort ook eten en drinken. Actieve horeca, om het zo maar eens te zeggen. En dan gaat het niet om een koffiehoekje met een haastig broodje. Nee, kookeilanden waar de toverwoorden `vers en ambachtelijk’ zijn. Vind ik altijd zo aanstellerig: ambachtelijk. Ik las al ergens het angstaanjagende woord `smulwinkel’. (Laatst reed ik peinzend door de kop van Noord-Holland toen ik ineens een `smultaria’ zag.) Misschien vindt een groot deel van onze samenleving dit gezellig of, daar komt het weer, `grappig’, maar ik beschouw het als een misverstand.