Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Beuken

Al we een gesprek onplezierig vinden, zeggen we dat dan? Ja, ik zit te denken aan minister Dennis Wiersma die nu geen minister meer is. Hij had al een paar gele kaarten gekregen en eergisteren trok hij zelf de rode. De eer aan zichzelf houden, heet dat dan, wat ik altijd een slappe manier van zeggen vind. Dennis Wiersma lijkt me niet iemand die dat een eer vindt. Hij is daarvoor ook te verongelijkt, anders had hij in zijn afscheidsbriefje niet geschreven: `Ik ben in een situatie beland waarin het niet meer uitmaakt wat mijn intentie was.’
De druppel was dus een onplezierig gesprek, vorige week op een congres over praktijkonderwijs. Twee mensen vonden dat. Het werd `een incident’ genoemd. Ergens las ik ook dat er sprake was van fysieke intimidatie.
Begrijp me goed, het lijkt me goed (verstandig, zou mijn moeder zeggen) dat Dennis Wiersma een tijdje aan de slag gaat met onstuitbare emoties. 
Maar ik snap wat hij bedoelt met `de situatie’ waarin hij is beland. Voor de zoveelste keer roep ik: Wát Was Er Aan De Hánd? Maak het duidelijk, dat is leerzaam voor ons allemaal. Is fysieke intimidatie een vuist op tafel? Of dreigde de bewindsman op iemand in te gaan beuken? 
En het onplezierige gesprek, hoe ging dat? Zei een van de gesprekspartners dat het gesprek onplezierig was of werd het later als incident gemeld?
Ik had een onplezierig gesprek met de fietsenmaker. Ging over een kleine reparatie. Of die tussendoor kon? Hij fel geïrriteerd en dat uitte hij krachtig. Ik zei: `Vorige keer kon het wel.’ Hij zei: `Wat de ene keer kan, hoeft de andere keer niet te kunnen.’ Dat is zo waar dat het gesprek meteen minder onplezierig werd. Even later zwaaide hij me uit. Ik zwaaide terug.