Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Boog

Is niet helemaal duidelijk wanneer Het Nieuwe Normaal echt begonnen is. Het Oude Normaal lijkt ver weg, terwijl het toch niet eens zo lang geleden gangbaar was. Ik heb de indruk dat we ons tussen het ene en het andere Normaal bevinden, zoekend naar een weg, zoekend naar een houding. Het Tussennormaal 
De stilte in de straten tijdens het Tussennormaal vond ik prettig. Je moet uitkijken zoiets uit volle borst te beweren, maar graag kom ik uit voor wat ik belangrijk vind. Weer zeg erbij dat ik alle ondernemers betere tijden gun, ook uit volle borst, maar ik heb het even over een  privégenoegen. 
Het Tussennormaal is langzaam aan het veranderen in Het Nieuwe Normaal. Stilte in de straten doet zich minder vaak voor. Je ontmoet weer mensen die je vaag kent uit de buurt, en dat maak je ook weer opmerkingen over het de dagelijksheid van het dagelijks leven. 
Bij de glas- en papierbakken zegt je bijvoorbeeld iets wat bij die plek hoort. Nou ja, ik begin niet, het wordt tegen me gezegd: “Ruimt lekker op.” Ik knik en weet dat het aardig is iets terug te zeggen en dan moet je even nadenken wat je in Het Oude Normaal ook weer zei. O ja, naar een lege fles wijzend: “De boog kan niet altijd gespannen zijn.” En meteen zoek je naar een mogelijkheid die opmerking te verbinden met de ernst van de tijd waarin we leven. Daar komt je niet toe, want daar is een overbuurvrouw die roept: “Coronakleurtje!” Ze wijst naar onze gezichten. Dat vraagt om een reactie die luchtig duidelijk maakt dat we deze periode natuurlijk niet als een lekkere vakantie moeten beschouwen, maar ja, soms zit je, in mijn geval, een uurtje op het dakterras. Je staat dus maar raar betrapt te kijken met dat kleurtje. En lacht.