Bouwen

Het is niet te hopen dat het de komende tijd vaak over het vuurwerkverbod gaat. Dat het maandagavond in het journaal gebeurde, is begrijpelijk. Klap moest nog indalen. Er was een vuurwerkverkoper te zien die op een doos wees waarop `knettergek’ stond. Blijkbaar is er vuurwerk dat zo heet. Wijzend naar de doos zei hij dat onze regering dat was. 
In de aankondiging van het journaal was deze man met de doos te zien. Toen het journaal begon wéér, want dan wordt er verteld wat er dadelijk aan de orde komt. En toen het thema alle ruimte kreeg, zagen we de man voor de derde keer. Wij wisten wat hij ging zeggen, terwijl hij naar de doos wees. De typering `knettergek’ verliest dan aan kracht, terwijl het een lekker woord is. Het knettert een beetje als je het uitspreekt. De heer Wilders bezigt het vaak, maar doet dat altijd nijdig en verontwaardigd en dan krijgt het woord een andere gevoelswaarde, de uitstraling wordt slapper. Vaak is hij van mening dat mensen die knettergek zijn, de boom in kunnen. In mijn gedachten levert dat meteen een grappig tafereel op
Soms zeggen we het over iemand die fundamenteel in de war is. Knettergek klinkt wat menselijker dan psychisch gestoord.
Terug naar de vuurwerkverkoper. Begrijpelijk dat hij en zijn collega’s knorrig zijn. Hij zei in het journaal trouwens wel dat hij de jaarwisseling gewoon met vuurwerk gaat vieren. Die woorden sprak hij vrolijk, maar ook dreigend uit. Ik hoor en lees dat vaker: er zijn mensen die het vuurwerkverbod nauwelijks verdagen. Het hoort bij `een feestje bouwen’. Een feestje bouwen is een voornemen waarvan ik nu ontiegelijk schuchter word. Liefst ga ik de boom in, zo hoog mogelijk, ver weg van nieuwe narigheid.