Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Brand

Mijn vader schreef altijd zijn naam in een boek dat hij kocht of kreeg. En de datum. Toen ik gisteren hoorde dat Jan Cremer was overleden, pakte ik uiteraard Ik Jan Cremer uit mijn boekenkast. Zijn exemplaar. 
4 november 1964 staat er voorin, zijn verjaardag, hij werd 41. Een cadeau van mijn moeder. Ik zie haar het boek nog geven, besmuikt lachend, want het was een boek dat niet leek op alle andere boeken die in huis waren.
Elfde druk, zie ik, de eerste was in februari van dat jaar. En op de voorkant staat het een onverbiddelijke BESTSELLER is. En daaronder: `meer dan 100.000 ex. binnen een halfjaar’. Dat alles schuin boven de beroemde foto waarop de jonge schrijver, hij was pas 24, ongekend stoer op zijn motor zit.
Onverbiddelijke bestsellers waren er niet in die dagen en zulke boekomslagen ook niet. En zo’n boek was ondenkbaar.
Mijn ouders en hun vrienden hadden het er vaak over dat jaar, gesprekken die van nieuwsgierigheid in brand stonden. Waarom mijn vader tot zijn verjaardag kon wachten, geen idee.
Bij heel wat jongens in mijn klas mocht het boek niet in huis komen, maar mijn ouders wilden gelukkig veel meemaken van wat de nieuwe tijd te bieden had. En met Jan Cremer daverde de rock-‘n-roll de literatuur in, dwars tegen alles in, een avontuurlijke stem die hoorde bij een ander leven dat ons aan het overkomen was. 
Het boek lag ver weg op de bovenste plank van de boekenkast, maar daar kon ik best bij, wat mijn ouders ook wel wisten. Ik las het een paar keer, het was hard overrompelend, ik wilde er geen letter van missen. 
Cremer schreef nooit meer zo’n boek. Het hoorde bij een toekomst waarin ik enorm veel zin had. 
Jan Cremer: je rekende er niet op dat hij dood kon gaan.