Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Broek

Je komt iemand tegen die je nauwelijks kent, en kunt niet onder een kort gesprekje uit. Wat zeg je dan? Ik las er een artikel over, uiteraard met tips. Je kunt tegenwoordig niet meer iets behandelen zonder tips. Het vermogen zelfs tips te bedenken, is een beetje verpieterd. Een psycholoog, Marolijn van Burik, schreef er een boek over dat `Een praatje maken’ heet. Dat boek interesseert me, want ik ben slecht in dit soort sociaal contact. Ik herkén iemand soms niet eens. Paar dagen daarvoor gesproken op een feestje en nu is er ineens een ontmoeting bij de bakker: `Wil je me niet meer kennen?’ Zie je, daar heb je het al, je moet onmiddellijk de verdediging in. Ik zeg dan dat wanneer ik iemand tegenkom in een volstrekt andere omgeving dan in de vorige, ik meestal met de mond vol tanden sta. Ik bof wanneer de ander zegt dat die dat herkent, want dan heb je meteen een gesprek. De vraag die ik vermijd, is hoe het gaat. Als iemand die aan mij stelt, voel ik irritatie. Vaak weet ik niet precies hoe het met me gaat en als ik het wel weet, is het antwoord te groot. Ja, je kunt `Goed’ zeggen, maar dat slaat het gesprek-in-aanbouw dood, want je gaat meestal niet uitleggen waarom het goed gaat, want dat kan onprettig zijn om aan te horen. Ik kom soms met iets wat me verwondert, iets wat ik zojuist zag. Dus ik loop de winkel binnen, zie een vage bekende en zeg: `Zag je dat ook, die hond met een korte broek?’ Als de ander knikt, zeg je alsjeblieft niet iets als: `Het moet niet veel gekker worden.’ Nee, er echt Een Ding van maken, bijvoorbeeld dat het misschien een gat in de markt is. Dat er ook iets voor poezen moet komen, liever niet een kort broek, maar een geinig hoofddekseltje. Ik ben enorm tegen dit alles, maar het is beter dan verward en machteloos naar elkaar kijken. Natuurlijk is het vermoeiend, maar alles in dergelijke situaties is dat. Kom omdat we zijn zoals we zijn.