In de Pers
Recent
Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd
Camembert
Op de markt sta ik voor populaire kramen altijd in de verkeerde rij. Rij die niet opschiet. Heb ik zelf niet meteen in de gaten, maar het wordt tegen me gezegd, bijvoorbeeld door een vrolijke buurtgenoot: `Thomas, je staat weer in de verkeerde rij.’
Voor de kaaskraam bijvoorbeeld. Druk bezocht. Vier rijen. Voor me een jonge man met parmantig petje op en een jonge vrouw die kind op arm heeft, anderhalf jaar, schat ik. Ze zijn lang bezig met een van de kaasverkopers, met dwingende vragen naar van alles. De antwoorden bespreken ze samen. Kind huilt nog net niet.
Een andere kaasverkoper gaat rond met een bord vol stukjes kaas
Terwijl ze naar het kind wijst, vraagt de vrouw: `Mag zij een stukje camembert?’
Op het bord ligt dat niet, maar het kan geregeld worden, wat wel enige tijd kost.
Het kind krijgt camembert op een dun toastje.
De vrouw roept: `Wat zég je dan, ja, wat zég je dan?”
Kind zegt niets, kan dat waarschijnlijk nog niet.
Toch: `Wat zég je dan tegen die meneer?’
Wachttijd moet je zo vaak mogelijk niet als verloren tijd beschouwen. Rij voor een loket of kassa, wachtkamer, bank op het perron, pakje dat tussen 9 en 12 komt, of de loodgieter die beloofd heeft een gaatje te vinden. Er gebeurt niets, maar het kán niet dat er niets gebeurt. Het is vervullend je af te vragen wat dat is.
Om je heen kijken, gesprekken beluisteren en andere geluiden natuurlijk, kijken naar iets waarnaar je nog nooit gekeken hebt, iemand in gedachten nemen aan wie je al lang niet meer hebt gedacht, mijmeren over een probleem dat een oplossing zoekt, duizend dingen. Wachttijd kan tijd zijn die je cadeau krijgt. Wanneer je die tijd geen cadeau vindt, is het nuttig na te gaan waarom niet.