Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Cijfer

Altijd voel ik schaamte wanneer bijvoorbeeld een atleet die zojuist een record heeft gebroken en huilend van vreugde en uitputting op weg is naar de huldiging, staande wordt gehouden door een verslaggever die indringend vraagt: “Wat gaat er door je heen?”
Het antwoord is aan de atleet te zien, maar er moeten woorden voor komen en die zijn er niet. Toch is er een stamelende aanzet tot een onmogelijke reactie. Wij, kijkers, zijn meteen vergeten wat er is gezegd.
“Wat gaat er door je heen?” Waarom is het van groot belang dat je dat kunt zeggen? Waarom is die vraag er telkens opnieuw? 
Gisternacht en –ochtend keek ik uiteraard televisie terwijl ik mijn hart vasthield. Vanuit Hilversum werd aan verslaggevers die een bijeenkomst van Democraten bijwoonden, zeker twee keer gevraagd: “Hoe groot is de teleurstelling?”
Je denk dan aan je eigen teleurstellingen, grote en kleine. Het liefst zei je er niets over, maar soms moet dat toch zonder dat je begrijpt waarom. Je doet je best: “Ik had echt iets anders verwacht. En gehoopt.” Zoiets. Soms iets preciezer: “Nou, ik heb er vier jaar werk aan gewerkt.”
“Hoe groot is de teleurstelling?” Je spreidt je armen zo ver mogelijk, en steekt die daarna wanhopig omhoog, een gebaar waarmee je alle woorden weggooit die op dit moment vaag te bedenken zijn.
In de medische wereld moet je soms punten geven voor een klacht: “Als u uw pijn een cijfer tussen 1 en 10 moest geven, waarbij 10 staat voor heel erg en 1 voor het-gaat-wel, welk cijfer zou dat dan zijn?”
Je wilt niet al te kleinzielig zijn, ook geen zeurpiet, overdrijven ligt je niet, maar ja, je kunt bijna niet meer lopen. Vandaar je antwoord: “Een 7tje.”
“Hoe groot is de teleurstelling?” 
“Dikke 10.”