Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Credo

Het woord `fietsbridge’ kende ik niet. 
Nee, moet anders beginnen. De intense zanger Jacques Brel stierf in 1978, maar blijft gelukkig velen van ons fascineren. Ik werk mee aan een theaterprogramma over zijn leven en werk en daarvan spelen we nu try-outs. Voordat het in wat grotere zalen te zien zal zijn, spelen we het in piepkleine, vaak in dorpshuizen of multifunctionele wijkgebouwen, meestal geen ideale omgeving, maar het is wel nuttig.
Deze gang van zaken ken ik al lang en ik heb een type mens leren kennen waaraan je behoorlijk blijft denken op weg naar huis: de behéérder van zo’n instelling, vaak een man in een late fase van zijn leven, sterke snor en wakkere ogen waarin altijd wantrouwen blinkt ten aanzien van artistieke uitingen, op volle kracht aanwezig en ontremd praatgraag. Roker. Wil om de haverklap gecomplimenteerd worden.
Zaterdag kwam er weer een prachtexemplaar op onze weg in een dorpshuis in het westen des lands. Zaal was eerst bezet geweest door fietsbridgers. Dat zijn bridgespelers die zich per fiets van locatie naar locatie verplaatsen. Echt waar.
Na hun vertrek werd de ruimte door vrijwilligers klaargemaakt voor onze voorstelling. De beheerder plukte achter de bar een pijpje bier uit de ijskast zei: “Nooit achter de bar opdrinken, altijd ervoor.” En hij ging voor de bar staan om zijn woorden te demonstreren.
Hij wees naar de zaal: “Vroeger werkte ik met geestelijk gehandicapten. Ging altijd goed, maar ik moest natuurlijk wel alles controleren.”
Na afloop ruimden dezelfde vrijwilligers de boel weer op. Bij de bar knikte de beheerder tevreden: “Nooit erboven gaan staan, maar er tussenin. Dat is mijn credo.”
Met dat credo reisden we zacht juichend door de nacht.