In de Pers
Recent
Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd
Daglicht
Paar jaar geleden moest ik aan een tijdschrift vertellen wat mijn mooiste woorden waren. Ik plukte vooral woorden uit de seizoenen, lentebries, zomeravond, herfstkleuren, en bleef uiteindelijk bij de winter hangen, sneeuw, ijsbloemen, en ook het woord `winter’ zelf. Als ik een zin hoor, waarin `winter’ voorkomt, voel ik meteen warme aandacht. Heeft ongetwijfeld met herinneringen te maken. Wakker worden en dan zien dat de wereld wit is geworden, stilte op een vroege winterochtend, winterlicht. Ik begrijp dat de kans klein is dat we nog een `ouderwetse’ winter beleven, wat onze eigen schuld is, maar toch blijft zo’n winter in mijn gedachten bestaan.
Afgelopen dagen kwam ik hier en daar in kranten stukken tegen waarin het over de winterblues ging. Bedoeld wordt dan: een winterdepressie. Ik geloof dat we een stemming niet te snel een depressie moeten noemen, ook als die stemming zo nu en dan of vaak terugkeert. Daarvoor is een depressie te ernstig. De winterblues, beter woord, doet zich voor doordat de biologische klok verstoord wordt. Het grootste probleem is: minder daglicht. Daar had ik nog niet zo lang geleden nauwelijks last van, de laatste winters wat meer, vooral in de ochtend. Oké, winterblues. Even.
De blues moet je niet haast automatisch uit de weg gaan. Je dynamiek wordt beetje vertraagd, er is iets minder uitzicht, inzicht trouwens ook niet, maar je kunt er ook wat van maken. Niet voor niets wordt de blues overal ter wereld zo vaak ten gehore gebracht, het verdriet kan zingen, misschien zingt het zich op den duur wel naar het licht toe. Ik denk zelfs dat we de blues nodig hebben om verder te komen in ons leven, maar misschien is dat een typische herfstgedachte.