In de Pers
Recent
Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd
Ding
Laatst hoorde ik iemand van de NS beweren dat we op stations ook `beleving’ zoeken. Bij dat woord ben ik meteen op mijn hoede. Daarbij hoor ik bij de minderheid die op een station gewoon wil vertrekken en arriveren. Een kiosk voor koffie, broodje of krant is mooi meegenomen.
Af en toe kom ik op stations, altijd kleine, waar niets te beleven valt. Gisteren: Weesp. Ja, er staat een automaat met snoep, maar dat is het. Ik kijk om me heen, naar de afwezigheid van beleving. Er zijn banken, dat nog wel. Ik ga zitten en prijs me gelukkig dat ik niet de dwingende gewoonte heb onmiddellijk op mijn telefoontje in de weer te gaan. Nee, er is even helemaal niets. Ik heb dan altijd het gevoel dat er in mijn gedachten iets opgeruimd wordt, ook al weet ik niet wat.
Zojuist zijn er links en rechts treinen vertrokken, ik wacht op een volgende. Dan zie ik onder de bang tegenover me een speelgoedbeestje liggen, een knuffel, zal ik maar zeggen, maar dat woord vind ik maar beperkt geldig. Zoals het daar ligt, is het helemaal geen knuffel, maar een ding dat vergeten is. Een soort paardje in veel te bonte felle kleuren, dat ondanks die kleuren toch een versleten uitstraling heeft. Dat komt niet doordat het hier al dagen ligt, want juist die kleine stations worden op volle kracht schoon gehouden. Nee, het paardje wordt intensief gebruikt, wérd, moet ik zeggen. Misschien mist de kleine eigenaar het al en zit die vol tranen in een trein die al ver weg is. Moet ik het pakken en aan de conducteur geven met de vraag of die het bij Gevonden Voorwerpen bezorgt? Gebeurt dat dan? Of is het beter dat het blijft liggen, omdat een ouder dadelijk naar station Weesp terugkeert? Die zijn er gelukkig.