Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Doordacht

Het bezit van een caravan is een manier van leven. Vrijheid en huiselijkheid gaan hand in hand. Zoiets las ik dit weekend in een artikel waarin mensen aan het woord komen die verstand hebben van wat typisch Nederlands is. Zelf heb ik nooit een caravan gehad. Wel ging ik vaak op bezoek op de vakantiebestemming van vrienden die er wel een hadden, alweer lang geleden. Dan kreeg ik een rondleiding door de caravan, ook als ik die al kende. `Rondleiding’ is een groot woord, ik moest gaan zitten aan het smalle tafeltje op de bank die ’s avond bed werd, en dan wezen de vrienden naar de kastjes: daar de glazen, daar de spelletjes (huiselijkheid!), daar alles voor het eten. De caravan was altijd doordacht ingericht en ik bewonderde dat. In het begin was het nog niet zo, maar ineens was er ook een caravan met een eigen toilet. Zal al heel lang de normaalste zaak van de wereld zijn, maar ik heb het nu over de jaren zeventig. Ik werd aangespoord op het toilet plaats te nemen, achter een te dunne deur. Ik ben nogal lang en daardoor hing ik onhandig boven de pot geklemd, maar dat zei ik natuurlijk niet toen ik de piepkleine ruimte had verlaten. Nee, ik zei: `Geweldig!’ Ik herinner me een avond in het noorden van Frankrijk. Een relationele crisis had me weer alleengaand gemaakt. Vrienden hadden me uitgenodigd gezellig langs te komen. Ze stelden een tentje naast de caravan op. Het regende onstuimig. We zaten binnen de hele avond over relationele problemen te praten. De ruiten besloegen ervan. Ik kon van alles kwijt, maar merkte te laat dat wat ik kwijt kon, mijn vrienden begon te bedrukken. Zij zei érg vaak dat ze me goed begreep, hij zakte weg in een donker zwijgen. Toen ik diep in de nacht in mijn tentje lag, hoorde ik stemverheffing. Ook viel er een voorwerp kapot. Ik keek naar de caravan die er gespannen uitzag. Er brandde geen licht. Diepe opluchting maakte zich van mij meester.