Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Doosjes

Vandaag neemt Hans Spekman afscheid als voorzitter van de PvdA. Dat had hij eigenlijk al op 17 maart gedaan, na de verkiezingsnederlaag van zijn partij, die ook lang mijn partij was. Maar er moest dus nog een officieel moment komen. Een moment voor wat? Ja, voor afscheid.
Tussen toen en nu is zijn zus overleden. Anneke. Ik lees een interview met hem waarin hij ook over haar praat. Dat doet hij zo mooi en innig dat ik de rest van het gesprek minder belangrijk vind.
Toen ik begon met lezen vroeg ik me af waarom ik nooit goed wist wat ik van hem moest denken. Nog niet zo lang geleden was het hoofdkantoor van zijn partij niet ver van mijn huis. Ik fietste er dagelijks langs en soms zag ik hem voor de deur staan. Dan staarde hij voor zich uit. Of hij daar stond te roken, weet ik niet meer. Er stonden daar vaak mensen voor de deur te roken. Wel dat hij naar een verte keek die ik niet kon zien. Welke toekomst zag hij daar? Welke oplossingen?
De mooiste passage in het interview: “Anneke en ik hadden allebei een doosje, dat als je dat open deed, dan rook het weer naar thuis, vroeger. Nu heb ik alle twee de doosjes.”
Die doosjes veroorzaakten bij mij een zacht verlangen ook zulke doosjes te hebben. Ik wilde eerst opschrijven: jaloezie. Maar dat is het niet. Op zoiets kun je niet jaloers zijn, omdat je het de ander alleen maar gunt. Door aan de doosjes van Hans Spekman te denken, denk ik uiteraard aan de geuren van mijn ouderlijk huis. En die ruik ik dan ook. Misschien zijn er mensen die hun schouders ophalen en met een ongeduldig handgebaar naar ver weg wapperen, ach-dat-is-toch-zo-lang-geleden. Irritant.
Ik ruik nu ook mijn eerste schooldag en het eerste meisje met wie ik kuste.