Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Duinen

Toen ik gisterochtend omstreeks half acht de televisie aanzette, zag ik Ruth Jacott op een soort vlot in de Amstel `Terug naar de kust’ zingen. Ze deed dat zonder begeleiding, het zag er nogal eenzaam uit. En ook koud. Ik vroeg me af waarom Ruth Jacott daar stond te zingen en waarom uitgerekend `Terug naar de kust’. Gelukkig kwam het antwoord een paar seconden later. Ze repeteerde voor vanavond, de afsluiting van de viering van Tweehonderd jaar koninkrijk. Nou ja, viering, hebben we het aandachtig gevierd? Het feest duurde twee jaar en eerlijk gezegd staat me er weinig van bij. Ja, dat grappige koningslied natuurlijk wel, of was dat niet voor het feest? En natuurlijk ook de aankomst van Huub Stapel op het strand van Scheveningen, niet privé, maar als prins Willem Frederik, de latere Willem 1. Ik zag Huub Stapel in die dagen regelmatig en ik geloof dat hij er niet graag over praatte. Tweehonderd jaar Koninkrijk – ik probeer erover na te denken, maar er maken zich weinig speciale gedachten los. Ruim een kwart van die tweehonderd jaar ben ik nu al onderdaan. Ik noem mezelf liever niet zo, maar nu moet het even. En wat was mijn bijdrage aan het koninkrijk, niet aan de Nederlandse samenleving, maar aan het koninkrijk als koninkrijk, dus iets wat een echte onderdaan zou moeten doen? O ja, als kind heb ik met nog een paar honderd kinderen op het plein voor de Waag in Nijmegen liederen gezongen, op de ochtend van Koninginnedag. `Waar de blanke top der duinen schittert in de zomergloed’. De koningin was er zelf niet, maar we waren ervan overtuigd dat ze ons hoorde in Soestdijk. Ik kon niet goed zingen, maar toch deed ik uit volle borst mee, want ik vond het een prachtig lied, zeker de zin `Ik heb u lief, mijn Nederland’. Ik herinner me dat deze woorden me ook ontroerden, vooral omdat we die met ons allen zongen. Niemand had Nederland zo lief als wij, kinderen van Nijmegen.