Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Ei

Lijkt me juist dat Albert Heijn explosieve kroketten uit de schappen verwijdert. We bereiden kroketten niet om ze uiteen te zien spatten. Ik ben trouwens van de stroming die nooit zelf een kroket bakt. Niet omdat ik er te lui voor ben, nee hoor, maar voor een kroket ga ik naar de automatiek. Ik trek de kroket, zoals dat heet. Mee naar huis nemen kan, maar het liefst eet ik de kroket ter plekke. Eerst blazen, de voorzichtige eerste hap en dan begint het onhandige gepeuzel. En tijdens deze gang van zaken kijk je niet om je heen.
Ik ken niemand bij wie in de keuken een kroket is geëxplodeerd, maar kan me voorstellen dat het teleurstellend en misschien pijnlijk is. Zelf had ik maar een keer te maken met exploderend voedsel en dat is niet zo lang geleden.
Hier om de hoek is een supermarkt Voor Verwende Mensen. Daar kun je onder mee door specialistische topkoks bereide maaltijden kopen. Die hoef je dan alleen nog maar even in de magnetron te zetten. Dat deed deze keukenprins met een Surinaams gerecht: kip, pannenkoekje, peulvruchten, allemaal fantastisch gekruid (specialistische topkok!) en bovenop een gekookt ei in twee stukken. Na een minuut of drie is het allemaal klaar, dan op een bord, ik zet de vork in een van de eihelften, en hoe het kan, geen idee: ONTPLOFFING! Het ei knalt tegen mijn bril en in mijn haar. Als een half ei ontploft, levert dat meer materiaal op dan ik me had kunnen voorstellen.
De buurvrouw belt aan. Ze zegt: `Je bent lekker aan het eten, zie ik.’ Als ik haar het voorval vertel, zegt ze: `Je moet er mee teruggaan.’ Ik knik, maar doe het niet. Wat zeg je? Nee, hoe zeg je het? En zij zeggen vast: `Over deze eieren krijgen we nooit klachten.’