Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Filmpje

Van geld heb ik geen verstand. En met belastingformulieren kan ik niet uit de voeten. Ik begrijp best veel, maar daarvan niets. Daarom ga ik eens per jaar naar een bureau waar alles voor mij geregeld wordt. Ik voer daar een gesprek waarvan ik me wanneer ik weer op de fiets zit, niets, helemaal niets herinner. Ik heb vragen beantwoord, maar weet echt niet waar ik die antwoorden vandaan haalde. De mevrouw die mij op orde houdt, knikte vaak goedmoedig en maakte zo nu en dan kordate notities, dus er is weinig reden tot grote zorg.
Mijn belasting over 2021 heb ik nog niet geregeld. Blijkbaar hoeft dat ook niet per se. Wel moest ik paar weken geleden mijn administratie inleveren. Dat is een dikke map met bankafschriften, bonnen, rekeningen en aanmaningen. Hoe ik die map moet inrichten, begrijp ik wel, ik ben er trots op.
Een medewerkster van de mevrouw die mij op orde houdt, belde me gisteren op. Ze vroeg of ik mijn bankafschriften anders kon aanleveren. Van zo’n vraag schrik ik enorm. Ik vroeg hoezo anders. Dat legde ze uit, maar daarvan snapte ik niets. Dat gaf ik maar gewoon toe. Ze zei dat er op youtube een filmpje te zien was waarin goed te zien was wat ik moet doen. Uiteraard bekeek ik dat filmpje, wel vijf keer. Ik volgde die instructies, maar toch gebeurde er niet wat er moest gebeuren. Dat vertelde ik aan de medewerkster van de mevrouw die mij op orde houdt. Ze vond dat jammer, maar “we proberen het volgend jaar wel opnieuw”. 
“Graag,” zei ik zonder te weten waarom ik dat zei.
Deze gang van zaken vervult me met ingehouden woede. Niet vanwege de vraag iets te veranderen, maar omdat er van mij een inzicht wordt verwacht dat ik niet in huis heb. Dat ligt niet alleen aan mij.