Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Folder

Soms lijkt woede besmettelijk. Dan heb ik het niet over woede die zich explosief uit, maar over de naar binnen geslagen woede, in het alledaagse openbare leven. Gisteren liep ik over een markt, het was er vrij druk, en ineens besloot ik op zoek naar een lach te gaan. Was lang zoeken. Normaal let ik er niet zo op, maar sinds ik de laatste dagen af en toe filmpjes zie waarin vertegenwoordigers van politieke partijen met hun campagne bezig zijn en op straat folders uitdelen, heb ik er meer aandacht voor. Je ziet dan meteen aan wie zo’n folder besteed is en aan wie niet. Aan sommige mensen zou ik als folderaar niet eens beginnen. Gisterochtend zag ik bijvoorbeeld een mevrouw met een grauw gezicht en enorm praktisch haar (de Amerikaanse schrijver Richard Ford noemt dat een `bajeskapsel’) en een te groot rood windjack aan. Het probleem van de vrijwilliger van de politieke partij is dat als je haar een folder geeft, die nijdig door haar geweigerd wordt, wat ook gebeurde, en dat als je haar overslaat, ze op orkaansterkte informeert waarom je dat doet. Als je vraagt waarom ze zo woedend is, kan ze daar geen antwoord op geven. Ik neem dit serieus, want misschien is dit de staat van het land. (In Griekenland dansen ze tenminste nog om de haverklap.) Gisteren op de markt kreeg ik ook een folder van een partij die ik sympathiek vind, maar waarop ik niet zal stemmen. De man die me de folder gaf, vroeg of ik tevreden was. Ik vroeg waarmee. De man zei: `Met alles.’ Dat vind ik een verwarrende vraag, maar ik blijf lachen.