In de Pers
Recent
Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd
Gaan
In de trein is het warmer dan buiten, wat misschien logisch is. Een man en een vrouw komen aan de andere kant van het gangpad zitten. De vrouw ziet eruit alsof ze ieder moment kan gaan volksdansen, de man heeft een te korte broek aan en een dun overhemd vol vrolijke ballonnen. Van zijn gezicht valt vooral een puik baardje op, goed verzorgd en parmantig van structuur.
Waar hij die vandaan haalde, heb ik niet waargenomen, maar ineens plaatst hij een erg grote broodtrommel op zijn bovenbenen, een doorzichtige met een blauw deksel waarop het rode streepjes regent.
Terwijl hij het deksel van de trommel trekt, zegt hij: “Eén ding is zeker: we gaan allemaal.”
Deze woorden komen natuurlijk niet uit het niets, ze zijn een vervolg van het gesprek dat de man en de vrouw voerden op weg naar de trein.
Is waar, denk ik. Uiteraard weet ik wat hij bedoelt met dat we allemaal gaan, niet naar de Efteling of een fijn zwembad. De trein is gaan rijden, de felle nazomer vlamt tegen de ramen.
“We weten alleen niet wanneer,” zegt de vrouw die net als ik vol ontzag naar de inhoud van de broodtrommel kijkt, uitsluitend krentenbollen met ham en kaas belegd en veel boter die uit de bollen bloest.
De man knikt dynamisch en stelt met volle mond: “Liever niet te vroeg.”
De gedachtewisseling benauwt me, ik wil wat anders aan mijn hoofd hebben, maar vraag me af wat te vroeg is. Je leest nooit dat iemand te laat is overleden. Of net op tijd.
De man verwerkt de krentenbollen in razend tempo. Zijn kaken malen er op los, het baardje danst gezellig mee.
De vrouw zegt: “Niemand kan er wat over zeggen.”
De reactie van de man versta ik niet, wat ik niet betreur. Ik moet in het voorbijflitsend landschap verdwijnen.