Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Gehaktdag

De horeca verwijt premier Rutte dat hij weinig kennis heeft van de branche. Hij veronderstelt immers dat restaurants niet getroffen worden door de vroege sluiting. Directeur van Koninklijke Horeca Nederland, Dirk Beljaarts, is het daar niet mee eens, wat ons niet verrast. 
Hij zegt dat in betere restaurants het hoofdgerecht pas om negen uur op tafel komt. En dán moeten dus alle lichten aan. We kennen die lichten, die zijn niet gezellig, er zit een oprotsfeer in. Ik zit ook weleens in een beter restaurant en word daar altijd een beetje ongeduldig. Dat is fout, ik weet het, maar toch ben ik een voorstander van iets meer tempo, wat komt doordat ik in restaurants altijd denk dat ik nog iets anders te doen heb. Ontspánnen, dat is de boodschap, rustig nou maar alsjeblieft. Toch blijf ik het niet nodig vinden dat ik me ruim een uur een voorstelling moet maken van dat hoofdgerecht. In een beter restaurant vraag je ook niet aan de ober of de kok je vergeten is, want dan ken je je manieren niet. In een beter restaurant luisteren die manieren heel nauw.
Ik vind overigens ook dat de premier kort door de bocht gaat als hij beweert dat de horeca geen last heeft van die vervroegde sluitingstijd. In Frankrijk of Italië zou het hoogste gezag zoiets niet zo snel zeggen. Het standpunt van de regering hoort bij ons vlakke land en aangeharkte voortuintjes en woensdag gehaktdag en doe-maar-gewoon.
Toen ik kind was kende ik ze, mensen die vroeg van visite of uit een restaurant naar huis gingen en zeiden: “Dan hebben we nog wat aan de avond.” Niets is lang geleden, maar dat wel. Misschien komen die avonden weer terug. Automatisch denk je dan aan doppinda’s en bordspellen. Zachte samenzang.