Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Genuanceerd

De Franse president Macron heeft het de laatste tijd druk met beroemde doden. Dit weekend overleed de wereldvermaarde kok Paul Bocuse. Macron: “De chefs huilen in hun keukens, in het Élysée en overal in Frankrijk. Maar ze zullen zijn werk voortzetten.” Mooi hoor, de chefs die in hun keukens huilen. Zou onze premier dat kunnen zeggen als een Nederlandse topkok was doodgegaan? In het Frans klinkt het trouwens meteen anders, dramatischer, je ziet de huilende koks voor je.
Een van de befaamde kookboeken van Bocuse heb ik ooit gehad, lang geleden. Ik meen me te herinneren dat er toen vaak gezegd werd dat hij ’s ochtends gewoon naar de markt ging om daar de verse producten van die dag te kopen om er vervolgens iets moois van te maken. Dat sprak me wel aan, gewoon naar de markt gaan. Ik volgde nauwgezet alle instructies in het kookboek, maar nooit lukte er iets, nooit leek een gerecht op de foto die erbij stond afgebeeld, terwijl ik toch precies de instructies volgde.
Ik wist het niet, maar lees nu dat hij de eerste was die de kok uit de keuken haalde. De kok werd een ster. Bovendien gingen wij, restaurantbezoekers, inzien dat de hele gang van zaken achter de schermen leek op een militaire operatie die je bedremmeld stemde. Met Bocuse begon er een andere manier van eten, zeker van práten over eten. Je zat timide iets te verorberen waarvan je maar vaag een idee had, en ineens stond de kok aan tafel om te informeren of alles naar wens was. Voorheen deed een ongeïnteresseerde ober dat, maar nu was het menens. En je kon niet volstaan met: “Smaakt hartstikke lekker.” Nee, je moest de boel genuanceerd gaan benoemen. Ik snap het, maar toch voel ik er nog steeds lichte paniek bij.